Burgemeester H.L. Sixma, baron van Heemstra

Burgemeester van Gaasterland Hector Livius Sixma Baron van Heemstra heeft de oorlog in Gaasterland niet meegemaakt. Toch verdient hij een plaats in de Gaasterlandse oorlogsgeschiedenis. Een burgemeester is een leidinggevend persoon en een boegbeeld voor zijn inwoners. Daarom is het belangrijk te weten dat Gaasterland gedurende twintig jaar (1964-1983) een burgemeester heeft gehad die zeer actief als marinecommandant werkzaam is geweest in de Tweede Wereldoorlog en daarna in Indonesië.

Hector Livius Sixma Baron van Heemstra werd door intimi Hako genoemd. Hij werd op 30 mei 1921 op Huis ter Leede in Sassenheim geboren als tweede zoon en derde kind van Cornelis Schelto Sixma baron van Heemstra (1879-1942). Zijn moeder was Johanna Arnolda Bernardina gravin Schimmelpenninck, (1889-1971). Hij trouwde op 21 januari 1956 in Den Haag met Christine Carina Barones van Dedem, geboren op 28 april 1932 in Batavia, Nederlands-Indië. Op 25 april 1996 overleed zij na een ernstige ziekte in het ziekenhuis te Deventer, op 63-jarige leeftijd.  Hector Livius overleed op 7 december 2001  na een langdurige ernstige ziekte in Brummen. De bijzetting vond plaats in het familiegraf, de Heemstrakelder, in Oenkerk.

Van Heemstra’s echtgenote heeft in de Tweede Wereldoorlog enige tijd in een Japans krijgsgevangenkamp gevangen gezeten. Al haar eigendommen heeft zij daar moeten achterlaten en geheel berooid kwam zij in Nederland terug met alleen de kleren die zij droeg als bezit. In Nederland was zij onder meer lid van de Raad voor de Kinderbescherming en  regentes van het weeshuis in Leeuwarden. Zij heeft zich ook ingezet voor de gemeente Gaasterland op maatschappelijk gebied. Na haar overlijden is zij bijgezet in het familiegraf van haar man.

 

Het huwelijk werd verrijkt met twee zonen:

Schelte Feijo. Hij overleed 5 februari 1990 op 33-jarige leeftijd aan melanoom. Zijn ouders schonken de gemeente Gaasterland het beeldje van een over het Slotermeer kijkend jongetje dat bij jachthaven Lutsmond zit. Schelte was daar een poosje havenmeester.

Jan Willem, geboren 4 april 1959 in Fijnaart en Heijningen en van beroep independent consultant. In 1993 trouwde hij met de Spaanse Paula Patricia Fernández Hervás. Zij is in dienst bij de Europese Unie. Ze wonen in Brussel en  hebben drie kinderen: de tweeling Schelte en Aurelio Luis geboren in 1995 en Cristina, geboren in 2000.

Bronzen beeld ter herinnering aan Schelte Feijo bij jachthaven Lutsmond. Beeld Suze Boschma – Berkhout . Foto: J.G. Vogelzang

Hector Livius Sixma Baron Van Heemstra werd vernoemd naar zijn peetoom de burgemeester van Doniawerstal (1877-1933). Van hem erfde hij onder anderen de boerderij “Sixma van Aldlanstate” in Minnertsga. Vanaf zijn lagere schooltijd had zich bij hem het idee al gevormd om zo snel mogelijk burgemeester van een Friese plattelandsgemeente te worden, maar dat werd je in die tijd niet voor de 40e jaar, zo verklaarde hij later in een interview. Zijn jeugdjaren bracht Van Heemstra door in Den Haag. Na het behalen van zijn HBS-B diploma aan het Haags Lyceum ging hij in 1939 naar het instituut voor de Koninklijke Marine voor een officiersopleiding in Den Helder. Hij heeft daar nauwelijks een opleiding gevolgd, want alles was al op een actieve oorlogsdeelneming gericht.  Bij de capitulatie op 15 mei 1940 was hij net een half jaar als adelborst in opleiding tot marineofficier. Een dag eerder op 14 mei 1940 wist van Heemstra als korporaal-adelborst met de mijnenveger H.M. Medusa naar Engeland uit te wijken waar hij zijn opleiding versneld voltooide. Zijn militaire carrière was beperkt, omdat hij niet erg geschikt was voor hiërarchische organisaties en er een enorm verschil was in cultuur tussen de marine in oorlogstijd en daarna. De adelborsten werden in twee groepen gesplitst, de ene groep ging naar Engeland, de andere groep in krijgsgevangenschap. Tijdens zijn oorlogsverblijf in Engeland was zijn oom Frans van Heemstra een heel belangrijk contact. Na een lange carrière als consul had hij zich gevestigd in Dorchester, Dorset. Daar woonde oom Frans met zijn echtgenote tante Florrie die van zichzelf Forster heette. Haar vader was aan het hof van  koningin Victoria. Bij zijn huwelijk had hij Clewer Manor, bij Windsor, laten bouwen, een huis met meer dan honderd kamers.

Hako van Heemstra bekleedde verschillende functies en werd in 1943 de jongste commandant van een motortorpedoboot (M.T.B.). Zij vielen ’s nachts vanuit Dover meerdere Duitse konvooien aan en voerden ook verschillende spionage- en sabotagemissies uit, onder andere in Scheveningen. De voor hem indrukwekkendste gebeurtenis was toen hij met zijn boot op een mijn liep. Daarbij sneuvelde een bemanningslid, maar het was ook het moment dat hij ervoer wat solidariteit betekent. Ondanks vijandelijk vuur en het gevaar van mijnen kwamen de andere boten terug om hen te redden.  Het tekent de innerlijke persoon Van Heemstra dat hij altijd contact heeft gehouden met de naaste familieleden van de overledene. Bij de invasie in Normandië was hij op twee manieren betrokken. Ten eerste werden de Nederlandse marineofficieren met hun Engelse collega´s weken voor de landing ingezet om de honderden (voor ieder schip één) draaiboeken van de operatie te corrigeren. Bij de toch geheim gebleven landing zelf werden de MTB’s ingezet om de overstekende troepen te beschermen tegen aanvallen van de Duitse Kriegsmarine, zodat hij vanuit zee de landing gade heeft geslagen.

In maart 1947 vertrok hij haar het voormalig Nederlands-Indië waar hij vanuit zee deelgenomen heeft aan de politionele acties. Hij keerde in mei 1950 naar Nederland terug.

 De commandant van de 9e MTB flottielje* – Hans Larive – heeft zijn oorlogservaringen beschreven in zijn in 1963 verschenen boek “Vannacht varen de Hollanders”. Het boek is dus een jaar voor de aanvang van het burgemeesterschap van Van Heemstra in Gaasterland verschenen. In het boek beschrijft Larive in het laatste hoofdstuk “Invasie en vliegende bommen” zijn belevenissen aan boord van MTB-236 waarvan Van Heemstra op dat moment bevelvoerder was. Het geeft een prachtig beeld over de omstandigheden waarin Van Heemstra zijn oorlogswerk moest doen. Larive had besloten om met een groep M.T.B. ‘s een aanval op de Duitsers uit te voeren. Hij schrijft daarin:

“De M.T.B.-groep bestond uit de MTB-236 (Bn Sixma van Heemstra), waar ik aan boord stapte, 235 (Tegelberg), 231 (Van Eeghen) en 202 (Dogger). “Los voor en achter”. Drie korte stoten op de claxon galmden door de Pens* en de 236 verliet achteruit de ligplaats. Naast haar voeren nog drie anderen boten achteruit het bassin in en even later voeren wij achterelkaar de haven uit. Alle tijd hebbende, lieten wij de motoren langzaam op temperatuur komen en voeren toen met twintig mijl naar de boei waar wij die nacht op patrouille zouden liggen, midden in het Kanaal tussen Dover en Calais. Boven op de brug zittend, met de rug tegen de mast, als een ruiter op zijn paard, was het een genot de wind in je gezicht te voelen blazen. In het halflicht van een volle maan was alles perfect. De boten in haar wit-grijs-blauwe camouflage met de wit opgeworpen zogpluim waren perfecte droombeelden – dit was geen oorlog – ; slechts uiterst geluk ondervond je op zo’n moment. Al het andere was ver weg.
“Boei recht vooruit”.
“Houd de boei vijf graden over bakboord. Stoppen als hem dwars hebt”. Zacht ronkend gleden de boten voort. Een lichtsignaal knipperde naar achteren, langzaam minderden de boten vaart, en dreven haar vaart uit. De Franse kust was duidelijk te zien op deze afstand. De kustlijn stak donker af tegen de lichte lucht. Bewegingsloos lagen de boten, vlak naast elkaar. Het zicht was zo goed dat er geen gevaar bestond voor overval en zorgeloos stonden of zaten wij op en om de brug. Doodse stilte heerste rondom. “Wanneer zouden wij thuis zijn?”
“Zal niet lang meer duren”.
“Met het tempo waarmee de Moffen momenteel aan de run zijn, is het over twee maanden zover”.
“Ik zie de boten al de Waterweg opvaren”.
“Ja, alle twee de flottieljes, knaldempers open, volle kracht varend”.
“Iedere Mof, die wij tegenkomen, schieten wij alsnog voor zijn donder”
“Een moeten wij heelhuids inpikken, een E-boot, daar wil ik na de oorlog mee op de Kaag gaan varen”.
“Neemt u dan direct maar een Moffenstoker mee, dan behoef ik tenminste niet meer in die vetput te zitten, commandant”.

Ja, dat was ons aller ideaal, om als het straks afgelopen was in het Kanaal en alle Moffen weggevaagd waren, met alle boten de Waterweg op te varen. Vuur over stuurboord, richting Boulogne! Ja, dat moest vlak voor Boulogne zijn. Een groot aantal springpunten waren in de lucht te zien en ook de lichtspoorkogels trokken hun gekleurde stippellijnen verticaal de lucht in.
Een luchtaanval. Af en toe flitste het hel op aan de kim. Ontploffende bommen.

“Er zijn net plotjes* binnengekomen”.

Het zal plot één zijn, dat juist Boulogne verlaten heeft. Het ligt tussen Boulogne en Cap Gris-Nez.

“Ze krijgen er behoorlijk van langs”.
“Het plot ligt nu gestopt”.

Nog steeds spoot het anti-luchtvuur omhoog en daar tussendoor, laag op het water de felle flitsen.

“Goed, zo”.

Op twee plaatsen was laag, op de kim, een vuurgloed te zien, ongetwijfeld brandende schepen. Goed werk daarboven. Het anti-luchtvuur nam af en hield op. De aanval was weer over.

“Zo, Heinz, lus je nog peultjes?”

Dat was het commentaar van de kanonnier. Het was nu zaak het plot in de gaten te houden. Zouden ze terugkeren of doorgaan? Tien minuten later was het duidelijk, ze kwamen door.

“Zeg, ik zou de koffie maar laten aanrukken voor het te laat is”.

Ieder moment nu konden wij ten aanval gestuurd worden.

“Een kleintje koffie”.
“Waar is me slagroom?”
“Krijg je zo meteen van Hitler, voor niks”.
“Commandant, mag er gerookt worden?”

Het was tegen de orders om op het patrouilleterrein te roken, maar het zicht was zo goed, dat de boten toch verder te zien waren dan een brandend peukje.

“Vooruit, één strootje”.

Ik snakte er net zo hard naar als de rest. Hoe moesten wij straks aanvallen met dit zicht? Het was een vraagstuk op zichzelf. Het enige zou zijn een gecombineerde aanval te doen en vrijwel gelijktijdig te lanceren. Het zou ze niet meevallen om een bundel van acht torpedo’s te ontlopen. Ik greep de megafoon.

“Pieter, Knor, Dogger!”
“Ja”.
“Luister uit. Wij moeten straks een gecombineerde aanval maken en met verschillende vijandsvaart om wat spreiding in de bundel te krijgen”.
“Ei, ei”.
“De 236 legt twee mijl op de vijandsvaart, de 235 en 231 nemen de geschatte vijandsvaart en de 02 haalt er twee af”.
“Ei, ei”.
“Kijk goed uit wanneer de 236 afvuurt”
“Ei, ei”.

Nu maar wachten. De plots toonden aan dat de vijand langzaam oom de hoek van Cap Gris-Nez kwam. Flats, een felle lichtflits verlichtte witte krijtrotsen van Dover. Flats, nog eens. Het konvooi werd onder vuur genomen. Wij wachten nu op het antwoord van de Duitsers, en lang behoefden wij niet te wachten. Fel lichtte het op boven de Franse kust, toen het eerste salvo overging. Het duel der reuzen was begonnen en ik was blij vanavond op zee te zitten en niet in een kelder zoals gisteren.

“Wij moeten plot één aanvallen”.
“Ei, ei”
“Opstarten”.

Knallend sprongen de motoren tot leven.

“Koers, zuid-zuidoost”.

Met vierentwintig mijl stoven wij op de vijand af, de boten reeds in stuurboord-aanvalsformatie. De vijand, die eerst zeer langzaam stoomde, had nu plotseling vaart gemeerderd om zo vlug mogelijk uit de artilleriezone te komen. Ze hadden blijkbaar hun les nog niet vergeten, want kortgeleden was de Dover-artillerie er inderdaad in geslaagd tijdens zo’n nachtelijke beschieting een schip tot zinken te brengen. Om kwart voor twaalf kwam de vijand in zicht, op vijfduizend meter, dat beloofde wat. Vaart werd geminderd tot elf mijl, voor de interceptie. De inslagen van de granaten was nu duidelijk te zien. Hoe beter die lagen, hoe meer kans wij hadden dat de Duitsers koppen weg zouden houden. De schepen van het konvooi waren nu duidelijk zichtbaar; vier achterelkaar varend. De afstand nam gestadig af. Vierduizend meter, drieduizend meter. Nog steeds hadden ze niets door. De aanslagen lagen goed. Het achterste schip lag er midden tussen. Het werd blijkbaar zo naar op die plek, dat het uitschoor en nog iets vaart meerderde. Het voer nu ongeveer vijfhonderd meter dwars van nummer drie. Dat was nu ook de bedoeling weer niet. Om zo min mogelijk silhouet te tonen, voeren de M.T.B.’s zo recht mogelijk op de vijand af, doch het vierde schip was nu letterlijk een dwarskijker geworden. Het tweede en derde schip voeren vrij dicht achter elkaar aan en boden het beste doel en ik besloot daar de aanval op te voeren. Vijfentwintighonderd, tweeduizend meter! Het was onbegrijpelijk dat zij ons nog niet door hadden. De details van de schepen staken scherp af. Het artillerievuur moest hun wel danig de schrik in de leden gejaagd hebben, dat zij zo slecht uitkeken.

“Mikpunt tussen tweede en derde schip”. Van boot tot boot werd de order doorgepraaid*. Even later kwam een schreeuw van Dogger terug.
“Opschieten. Zo meteen vaart nummer vier over mij heen”.

Het vierde schip was nog meer uitgeschoren om het vuur te ontlopen en bevond zich nu bijna stuurboord, dwars van de rechtse M.T.B, de 202. De afstand bedroeg op dat moment zeker niet meer dan duizend meter…

“Vijandsvaart twaalf mijl”.
“Heemstra, je kunt afvuren”.

Hij stelde zijn gegevens in en corrigeerde nog even de stand van het torpedo-richtapparaat.

“Beide buizen op vuur”.
“Bakboord op vuur”
”Stuurboord op vuur”, kwam het terug van de matrozen bij de buizen. “Opgepast”.
“Langzaam bakboord…rechtzo!”.

De boot lag gericht.

“Vuur”.

Sissend spoten de torpedo’s uit de buizen en duidelijk was de bellenbaan van de voortsnellende torpedo’s in het door de maan verlichte oppervlak zichtbaar. Twee kaarsrechte borrelende voren.

“Bakboord aan boord”.

De 235 vuurde nu ook af, duidelijk tekenden de torpedo’s zich af op het moment dat ze de buis verlieten. De 231 en 202 volgden. Langzaam draaiden de boten alle bakboord uit, nog steeds niet gezien door de vijand. Om geen zog te maken, bleef de groep langzaam varen en voer rustig weg. Het was van belang dat de vijand de boten nog niet zou zien. Het zou ongeveer negentig seconden duren voor de torpedo’s haar doel zouden bereiken en vóórdien zouden ze nog ontwijkingsmanoeuvres kunnen doen. Het duurde lang dat wachten, ontzettend lang. Maar dan: dáár een treffer. Nog één en nog één. In snelle successie volgden drie explosies, twee op de tweede boot en één op de derde. Fel schoten de steekvlammen omhoog, rood-oranje. Het eerste schip zonk als een baksteen, voor de rook van de ontploffing nog geheel was opgetrokken. Het tweede schip brandde thans in de midscheeps en zonk een halve minuut later. De M.T.B.’s lagen thans gestopt om te zien wat er zich zou afspelen. Een lichte rook hing over het graf van de twee schepen. De twee overgebleven schepen, nog steeds onder vuur van de kustbatterijen, voeren volle kracht door en dachten er blijkbaar niet over om overledenen op te gaan pikken. Een tweede konvooi had Boulognes verlaten en voer niet ver achter het eerste aan. Niet onder artillerievuur zijnde, keek men daar blijkbaar wel uit. De explosies gezien hebbende, had men gezocht naar de schuldigen en ons zien liggen. Vuur werd op ons geopend. Wij hadden echter gezien wat er te zien viel en trokken ons achter een nevelgordijn terug. Met een voldaan gevoel gingen wij een paar uur later naar kooi”.

    • Een flottielje is een formatie van kleine oorlogsschepen die onderdeel kan vormen van een grotere vloot. Het woord ‘flottielje‘ is afgeleid van het Spaanse verkleinwoord voor flota (vloot); “flota van kleine schepen”; afgeleid van het Oudfranse flotte; afgeleid van het Oudnoordse flotti. (Info Wikipedia)
    • Als gevolg van artilleriebombardementen had men in Dover een gewapend betonnen gebouw gemaakt. Dit gebouw was van dezelfde soort constructie als de Duitse betonnen ligplaatsen voor onderzeeboten en E-boten (Duitse Torpedoboot) . In dit nieuwe gebouw werden de M.T.B.‘s ondergebracht. Het gebouw werd “De Pens” genoemd. (Blz. 185 Vannacht varen de Hollanders).
    • Iedere aangepeilde vijandelijke eenheid of groep van eenheden werd plot genoemd en in volgorde van aanpeilen genummerd. Bij iedere positie-opgave ging dan het plotnummer vooraf. Wanneer een groep M.T.B.’s of M.G.B.’s (Motor Gun Boat) een bepaalde vijandelijke groep moest aanvallen, werd eenvoudig geseind, dat men plot één of drie moest aanvallen. Plots die in de buurt waren van een groep M.T.B.’s, werden voortdurend door haar in kaart gezet – dit heet plotten -, zodat men steeds een overzicht had van de vijandelijke bewegingen. (Blz. 144 Vannacht vren de Hollanders)
    • Doorpraaien wordt gebruikt als een schip voortdurend berichten doorpraaid, d.w.z. wat men daar in de microfoon spreekt, wordt door meerdere luidsprekers in alle hoeken en gaten en in alle ruimten op alle dekken verstaanbaar gemaakt.

 

Van Heemstra’s marinecariërre in oorlogstijd 1940-1945

Juni 1941 01-12-1941 Hr. Ms. Jacob van Heemskerk en aan boord onderzeeboot O-1
02-12-1941 08.04.1942 aan boord, Hr. Ms. Colombia (getorpedeerd in 1943 aan de oostkust van Zuid-Afrika) ) in een onderzeeboot-moederschip.
08.04.1942 05.11.1942 aan boord, Hr.Ms. Sumatra (gebruikt bij Mulberrybrug Normandië 1944)
 Oktober 42 Overgeplaatst naar Ned.Motortorpedodienst, spare officer & waarnemend oudste officier,
05.11.1942 09.07.1943 Hr.Ms. MTB 203
09.07.1943 18.05.1944 oudste officier, Hr.Ms. MTB 203
18.05.1944 13.07.1944 waldetachement Dutch MTB ’s Dover

Zijn militaire rangen:

  • Korporaal-adelborst
  • Sergeant-adelborst juni 1941
  • Luitenant ter Zee 3e klas per 1-4-1942
  • Idem 2e klas per 1-4-1944
  • Idem 2e klas bij de reserve per 1-7-1952

 Zijn oorlogsonderscheidingen:

  • Drager van het Bronzen Kruis op 20-10-1944 wegens MTB-acties United Kingdom en Kanaal 1942-1944.
  • Oorlogsherinneringkruis met 3 gespen
  • Ereteken voor Oorlog en Vrede met 1 gesp
  • Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Zijn eigen oorlogsherinneringen:

In 1950 heeft van Heemstra handgeschreven oorlogsherinneringen aan het papier toevertrouwd. Deze herinneringen worden zorgvuldig bewaard bij het archiefdocumentatiecentrum Tresoar in Leeuwarden. Deze herinneringen zijn waarschijnlijk door hem gemaakt aan de hand van een fotopresentatie. Hij schrijft nl. over “plaat 1,2 enz.”. Onderstaand zijn verhaal.

1. Inleiding.

In ’t algemeen stelt men zich voor dat het MTB-bedrijf zijn leden in oorlogstijd een leven geeft vol woeste acties, waar in vliegende vaart torpedo’s worden verschoten, onder het zwaar gedreun van kanonnen en gierend gesis van luchtspoormunitie. Hierin moet ik echter mijn zeer geachte toeschouwers teleurstellen, want zo’ n heldhaftig vak is het niet en gelukkig maar, want de MTB of de groep MTB ’s staat in het geval dat torpedo’s moeten worden gelanceerd, ten allen tijde tegen een geweldige overmacht aan artilleristische wapens.

Als voorbeeld geef ik het geval van de Duitse ‘konvooien’ in het Kanaal tussen Duinkerken en Boulogne, die bestonden uit één, soms twee koopvaardijschepen geëscorteerd door 15 of 20 escorteschepen! En daar moesten we dan met een groep van drie MTB ’s tegen in! U begrijpt dat een open gevecht weinig kans voor de aanvallers gaf.

Het was eerder een soort van sluipmoord en nadat de torpedo’s verschoten waren, begon het eigenlijke gevecht. Maar tegen die tijd, dus als we de torpedo’s kwijt waren, en dus niet meer zorgvuldig hoefden te richten, hebben wij het voordeel van snelheid en beweeglijkheid en vooral niet te vergeten het reusachtige voordeel van bescheidenheid in omvang. Dit laatste hoort echter bij het onderwerp: ‘aanvals-methodes en wat daarna gebeurt’, wat ik later zal bespreken.

2. Ik zal u nu iets vertellen overhet ontstaan van de MTB ’s.

Toen aan het einde van de vorige eeuw het torpedo-wapen ontstond, heeft men getracht dit wapen op een passende en doeltreffende wijze te gebruiken. Men wilde de ‘vijand’ ongezien naderen, de torpedo’s lanceren en zich daarna snel terugtrekken om zo kort mogelijk het mikpunt te zijn van vijandelijk vuur. Dit stelde dus twee scherpe eisen aan de torpedoboot. Alleen met een klein schip is het mogelijk om de vijand ongezien te naderen.

En alleen met een snel schip is het mogelijk om zich snel aan het vijandelijk vuur te onttrekken. Het schip moet dus klein en snel zijn. In 1890 bouwde Thornycroft de eerste motortorpedoboot. Het was eigenlijk niets anders dan een snelle motorboot die werd uitgeleend aan de Engelse Marine voor experimenten. Men zette er een torpedo op die kwam te hangen in takels. Als die torpedo gelanceerd moest worden, stopte men de boot met de voorsteven ongeveer in de richting van den vijand. Dan liet men de torpedo te water zakken en als men dacht dat hij zo ongeveer goed gericht was, werd het mechanisme in werking gesteld en … Men hoopte dat de torpedo in de buurt van de vijand zou komen. De stilliggende boot die bezig is zijn torpedo buiten boord te zetten, is natuurlijk een prachtig doel voor de vijand. Maar sinds dat ogenblik heeft men de MTB geen ogenblik met rust gelaten en in 1938 werd het prototype gebouwd van de MTB ’s die in deze oorlog hun waarde wel hebben bewezen.

Plaat 1: bespreking hiervan.

3. Behandeling van de boot. 

De motortorpedoboot is comfortabeler ingericht dan u zou denken. Dit om de eenvoudige reden dat sommige bases, gelegen in de mond van kleine rivieren of in een klein kustplaatsje, geen accommodatie konden leveren voor de bemanningen van de boten. Dus moest er woongelegenheid zijn aan boord. Deze ruimten besloegen ongeveer de helft van de boot. De andere helft werd gebruikt voor tanks en machinekamer. Het volgende plaatje geeft u een horizontale en verticale doorsnede van een boot.

Plaat 2: bespreking hiervan.

4. Bespreking bemanning.

Commandant is altijd op de brug, regelt snelheid, geeft roerorders, verschiet torpedo’s, geeft order vuur openen, enz. Algemene leiding.
Oudste off Navigatie Alles waar de commandant geen zin in heeft. Administratie, kaarten bijwerken, onderhoud schip.
 Schipper is de schakel tussen officieren en bemanning. Chef van de bemanning. Stuurt in actie, voert onderhoud uit.
 Chef MK heeft leiding in MK, kleine reparaties en onderhoud.
 Telegrafist ontvangt berichten van de wal en stuurt berichten weg, onderhoud en kleine reparaties, houdt geheime boekwerken bij.
Seiner op de brug in de vaart Het mannetje van de brug en wheelhouse, seint orders door: increase, decrease, close & cut.
1e en 2e kanonnier Bedienen resp. Oerlikon en 0.5”. Beschieten doel op aanwijzing Cdt, geven onderhoud, matrozen werk.
Radarman Bedient radar en ev. mitrailleur
3 MK mensen ieder één motor, onder leiding van de Chef MK.
Torpedist maakt torpedo’s vuurklaar, enz. Licht onderhoud ev. ook aan mitrailleur.
Lader Oerlikon laadt Oerlikon als trournel leeg is. Jongste aan boord, bij buis gedurende afvuren.

5. Aanvalsmethodes

Hier tekent de schrijver een aanval. Aanval met escorte, opbouwen konvooi, methodes om door (escorte-)scherm heen te komen.

Samenwerking

  • Met de MGB ’s (zuiden van Boulogne).
  • Met de torpedobootjagers (236)
  • Met de RAF (mijnen leggen bij Boulogne)
  • Mijnen leggen be-oosten Duinkerken (203 en 229)
  • Met kustgeschut.

De Nederlandse vloot MTB ’s bestond uit:

9e MTB flottielje (met commandant – oudste officier)

202 – Bommezijn – Bodewes; Dogger – Sijtema
203 – Larive – v. Heemstra
204 – Jorissen – v. Mastrigt
229 – Vreede – Genet
231 – v. Eeghen  – v. Rijn
235 – Tegelberg – Wirth
236 – Ter Brake  – Benist
240  – Visse  – v. Rossem

2e MGB flottielje

433 – de Loze  – v.d. Star
417 – De Jonge v. Ellemeet  – Jansen
418 – Lambrechtsen -Pontier

 

EERVOL MARINEONTSLAG EN BURGEMEESTERSOPLEIDING

Hij zou tot 1 juli 1952 in functie blijven. Op zijn eigen verzoek is hem ontslag verleend en dat is eervol gehonoreerd. In 1952 verruilde hij het zeemansleven voor een leven aan de vaste wal, hoewel hij bij de watersnoodramp in 1953 nog een week in Zeeland dienst deed. Hier voer hij met IJsselmeervissers door de ondergelopen gebieden.

Op 1 januari 1953 werd hij directeur van het streekmuseum Kollumerland en Achtkarspelen, gevestigd in Fogelsanghstate, het van Heemstra stamhuis in Veenklooster. Enkele maanden later werd hij tevens volontair bij de gemeente Tietjerksteradeel in Bergum om het burgemeestersvak te leren. De burgemeester W.M. Oppedijk van Veen werd hier zijn leermeester. “Ik heb veel van hem geleerd. Hij was een groot filosoof”, zo verklaarde Van Heemstra later in een interview. In deze periode werd hij beschermheer van de muziekvereniging Blaast de Bazuin in Oudwoude en van het trommelcorps Van Heemstra. Op 1 december 1955 werd hij benoemd tot burgemeester van de West-Brabantse gemeente Fijnaart en Heijningen. Dit was een overwegend agrarische gemeente met 5000 inwoners. Bij zijn afscheid werd gememoreerd dat hij veel heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van bouwplannen en industrialisatie met daarbij de aantrekking van werkgelegenheid. In Fijnaart is hem de eer van een straatnaam gegeven:  “Van Heemstralaan”.

Van Heemstralaan in Fijnaart. Foto Google Maps

Burgemeester van Gaasterland

Als opvolger van burgemeester G.W.C.D. Baron Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg werd van Heemstra (zie foto)  op 1 november 1964 burgemeester van de gemeente Gaasterland. Hiermee kwam zijn jongensdroom uit. Sinds de lagere school leefde bij hem de wens om ooit eens burgemeester te worden van een Friese plattelandsgemeente. Hij had vele zomers lang zijn vakanties doorgebracht op “Fogelsanghstate” in Veenklooster dat eens familiebezit was geweest. Op 6 oktober 1964 had een sollicitatiegesprek plaatsgevonden op het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag.

Zaterdagmorgen 7 november 1964 werd burgemeester van Heemstra met zijn gezin zeer hartelijk ontvangen. Er was een gemeentebreed ontvangstprogramma gemaakt.

10.30 uur Aankomst van de burgemeester met zijn gezin aan de gemeentegrens van Gaasterland aan de Jeen Hornstraweg in Wijckel.
10.45 uur Aankomst in Wijckel bij Gebouw Irene. Aubade door muziekvereniging “Melodia”. Begroeting door de schoolkinderen uit Wijckel.
11.00 uur Aankomst in Sondel bij de Chr. School. Begroeting door de schoolkinderen uit Sondel.
11.20 uur Aankomst in Nijemirdum bij de Chr. School. Begroeting door de schoolkinderen uit Nijemirdum.
11.45 uur Aankomst te Oudemirdum bij de Chr. School. Begroeting door de schoolkinderen uit Oudemirdum.
12.15 uur Aankomst te Bakhuizen bij de R.K. School. Begroeting door de schoolkinderen uit Bakhuizen. Muziek door muziekvereniging “Euphonia”.
12.30 uur Aankomst te Rijs bij de ingang van het Rijsterbos. Begroeting door het bestuur van de stichting “Riis Foarút”.
13.15 uur Vanuit Rijs wordt gereden over Harich naar Balk.
13.30 uur Aankomst in Balk bij de Z.W.H.garage. Vooropgegaan door de “Landelijke Rijvereniging Gaasterland” en de muziekvereniging “Concordia”, wordt er gereden naar het gemeentehuis in Balk.
13.45 uur Aankomst te Balk bij het gemeentehuis. Begroeting door de schoolkinderen uit Balk en muziek door muziekvereniging “Concordia”.
14.00 uur Openbare raadsvergadering in de raadzaal. Installatie van de Burgemeester.
16.00 uur Muziek door de muziekvereniging “Blaast de Bazuin” uit Oudwoude voor het gemeentehuis in Balk. Van deze vereniging is de burgemeester beschermheer.
16.15 uur Receptie in het administratiegebouw der gemeente aan de Dubbelstraat te Balk voor genodigden.
19.00 – 20.00 uur Gelegenheid tot kennismaking in het Gebouw voor Christelijke Belangen te Balk voor de bevolking van Gaasterland.

 

Inwoners gaven volop gehoor aan de oproep om deze dag de vlag uit te steken. Bij aankomst voor het oude raadhuis in Balk verzamelden hadden zich honderden mensen.

In het raadhuis was de installatie en kreeg de nieuwe burgemeester de ambtsketen omgehangen. In zijn installatietoespraak deed hij mededeling dat hij zich mateloos had gestoord aan de opmerking dat Gaasterland door zijn komst een baronie zou blijven als opvolger van Baron Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg en Jonkheer van Swinderen. ,,Ik maak nooit grapjes over namen, zeker niet als betrokkene er niets aan kan doen”.

(In het boek: Van Heemstra, Friese adel, uitgave 2017, staat dat zijn overgrootvader Age Tjepke Ruurd (1801-1862) zich in 1826  baron mocht noemen. Het was op basis van een zogenaamde Koninklijk Besluit van erkenning van personen van een geslacht dat reeds voor 1795 tot de inheemse adel behoorde. Voorts kreeg Age de familienaam Sixma van Heemstra, waarmee een tweedeling van het geslacht van Heemstra een feit is: de Van Heemstra’s en de Sixma van Heemstra’s. De volledige naam is nu: Sixma baron van Heemstra) jgv.

 Hector Livius was Nederlands Hervormd en hechtte naar eigen zeggen ‘aan een goed moment van stilte aan een drukke tafel’. Bij zijn komst naar Gaasterland was hij lid van de politieke partij CHU, de Christelijk Historische Unie. Volgens gemeentesecretaris Klaas Albert de Groot is het burgemeestersoptreden meer in de geest van de VVD geweest. Tijdens deze burgemeestersperiode is hij partijloos geworden. Hij wilde het algemeen belang dienen, niet een partijbelang. Hij verklaarde in zijn afscheidsinterview van 19 december 1983: “Van politiek heb ik geen verstand. Ik vind het trouwens ook onzin te vragen welke politieke kleur de burgemeester heeft. Je krijgt dan dat men eerst wil weten van welke de partij de burgemeester lid is en vervolgens moet hij boven de politiek staan. Nou ik ben a-politiek. Waarom moeten er in de politiek andere normen gehanteerd worden dan in de burgermaatschappij? Ach, die hele onoprechtheid van de politiek, die kan ik niet verstouwen”. Van Heemstra was zeer geïnteresseerd in planologie en het ontwikkelen van economische activiteiten voor en in de Zuidwesthoek van Friesland. In het bijzonder zag hij een rol voor kwaliteitsrecreatie en sport, speciaal watersport, maar ook was hij bezorgd over de leegloop van de dorpen doordat permanente huisvesting vakantiehuisvesting werd. Gaasterland dankt meerdere voorzieningen aan hem zoals het bejaardentehuis Talma Hiem in Balk; de instandhouding van kleine scholen; het voortbestaan van de MAVO; de bouw van een politiebureau in Balk en tenslotte de rioolwaterzuivering.

In zijn ambtsperiode zijn er twee zaken geweest die veel bestuurlijke wijsheid hebben gevergd. In de eerste plaats was dat de bouw van 83 zomerwoningen met de opwaardering van de Lutsmond nabij het Slotermeer. In de tweede plaats de plannen voor een (top-)sportcomplex in het zandwinningsgebied De Wyldemerk, naar voorbeeld van het KNVB-centrum in Zeist. Het laatste is nooit van de grond gekomen. Het was een onderwerp van zeer felle polemieken, compleet met bommeldingen. Van Heemstra was wars van modes en volgde nooit de ‘waan van de dag’ van bijvoorbeeld subsidieregelingen, maar rekende op het gezonde  boerenverstand als raadgever. In een antiautoritaire tijd, waar polarisatie de norm was, was hij als ex-militair en baron ‘verdacht’ maar hij liet zich niet provoceren. Hij probeerde partijen bij elkaar te brengen om besluiten in harmonie tot stand te brengen.

Naast zijn directe bezigheden voor de gemeente was hij ook actief bij het besturen van allerlei organisaties, van de burgemeesterskring in Friesland, de gezamenlijke water- en energiebedrijven, het samenwerkingsverband voor waterrecreatie de Marrekrite, schoolbesturen, de Rotary, culturele activiteiten en landelijk organisaties zoals onder andere de Vereniging tot steun aan de Nierstichting, de Vereniging Hendrick de Keyser, het Frysk Orkest en tenslotte ook veteranenorganisaties.

In het oog springende functies zijn wel geweest zijn secretarisschap van het Samenwerkingsverband Zuidwest Friesland en zijn penningmeesterschap van het Nederlands Genootschap voor Burgemeesters. Een van zijn functies was die van Hoofd van de Brandweer. Hij schepte er een eer in om te proberen het brandende object voor of gelijktijdig met de brandweer te bereiken.

Burgemeester Sixma baron van Heemstra ontvouwt de tekst voor de samenvoeging van Sloten en Gaasterland voor de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1984. Vertaling: “Gaasterland één met Sloten en anders niets”.

De foto is gemaakt is het raadhuis van Balk.

Foto: collectie Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân (HWG)

Van Heemstra’s echtgenote Christina was eveneens actief in veel besturen op lokaal-, regionaal- en nationaal terrein.  Samen vormden zij het traditionele burgemeestersechtpaar. Zij was ondermeer lid van de Raad voor de Kinderbescherming en regentes van het weeshuis in Leeuwarden. Ook zette zij zich in op maatschappelijk gebied binnen de gemeente Gaasterland. Met iedereen kon zij prima overweg waarbij zij zich later ieder detail kon herinneren. Zij kenmerkte zich door een warme belangstelling voor iedereen.

Afscheid

Gaasterland nam vrijdag 30 december 1983 in een speciale raadsvergadering op grootse wijze afscheid van het burgemeestersechtpaar in De Treemter te Balk. Eerst maakten zij een rijtoer door Balk in een door twee Friese paarden aangespannen koets. De begeleiding werd verzorgd door de Rijkspolitie, de muziekvereniging Euphonia uit Bakhuizen, de landelijke Rijvereniging Gaasterland en ponyclub De Freuleruiters. Commissaris der Koningin Hans Wiegel kenschetste de scheidende burgemeester als: ,,Dienaar zonder ophef, maar wel iemand die met vaste hand de gemeente Gaasterland heeft bestuurd”.  Locoburgemeester Jelle Bangma vertelde dat van Heemstra 240 raadsvergaderingen had voorgezeten en 18 huwelijken had gesloten als bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand. CDA-fractievoorzitter Lieuwe Zijlstra zei: ‘U vocht voor de gemeente Gaasterland die u op onnavolgbare wijze hebt bestuurd’. FNP-wethouder Sibbele Haarsma sprak van een goede samenwerking binnen het college van burgemeester en wethouders. Hij zei ‘in goede gedachte oan in goed minsk te hâlden’ (een goede herinnering aan een goed mens te houden). Job Watze Postma – fractievoorzitter van de PvdA – vond als Gaasterlander dat van Heemstra ‘ien fan ús” wurden (een van ons geworden) is. Yn freugde en fertriet: jo wiene der by. Hy bleau yn alle situaasjes kalm” (hij is één van ons geworden. In vreugde en verdriet: U was erbij. Hij bleef in alle situaties kalm).

VVD’er Simon Veldman meende dat er tijdens de bestuursperiode van van Heemstra veel is geschied en dat de eerste burger van Gaasterland veel betekend heeft voor de gemeenschap. Raadslid en oud-wethouder Otte van der Goot sprak in de laatste raadsvergadering: ,,Burgemeester Van Heemstra; U bent niet alleen van adel; wij hebben u in de eerste plaats leren kennen als een edel mens”. Namens de gemeente mocht Van der Goot als oudste raadslid het echtpaar van Heemstra een afscheidscadeau aanbieden: een veertiendaagse vakantiereis naar Griekenland. De slotrede was voor burgemeester Van Heemstra. ‘Nu breekt het moment aan waar ik geweldig tegenop heb gezien. Het slotakkoord van dit deel van mijn levenssymfonie. Op zo’n moment als dit krijg je de neiging om terug te zien en dat doe ik met grote dankbaarheid. Wij, als gemeentebestuur van Gaasterland, hebben hard gewerkt aan het leefbaar houden van dit stuk Nederland. Wij hebben gestreefd naar het treffen van de juiste maatregelen en reglementen om de voedingsbodem te scheppen voor optimaal levensgeluk en levensontplooiing voor iedereen die dat wil! Ik ben dankbaar voor de gelegenheid die ik kreeg om daar enige leiding aan te geven’.

Het gezin Van Heemstra tijdens de afscheidsreceptie op 30 december 1983 in De Treemter te Balk. Rechts vooraan Mevrouw van Heemstra; daarnaast burgemeester van Heemstra. Naast hem zoon Schelte Feijo en tenslotte Jan Willem. Op de foto spreekt van Heemstra met burgemeester Van Haersma Buma van Sneek.

Foto: Archief Balkster Courant

 

Ook in Balk werd er een straat naar de geliefde burgemeester vernoemd.

Aantekeningen Jan Geert Vogelzang:

  1. Burgemeester van Heemstra heeft mij eens toevertrouwd dat zijn vader al op 9 mei 1940 – dus één dag vóór de Duitse inval – op de hoogte was geweest van de Duitse inval. Hij had dit direct doorgegeven aan Hare Majesteit.
  2. In zijn marinetijd had hij als commandant personeel moeten aannemen. Daarbij was de samenwerking met anderen een heel belangrijk toetsingscriterium. Hij gebruikte altijd het voorbeeld van een onderzeebootcommandant. Deze moest personeel aannemen die voor langere tijd onder water in een kleine ruimte goed met elkaar konden samenwerken. Van Heemstra lette – naar eigen zeggen – bij sollicitatiegesprekken voor nieuwe ambtenaren op de samenwerkingsinschating met afdelingcollega’s.
  3. Hoogstaande droge humor was van Heemstra niet vreemd. Tijdens een gesprek in de burgemeesterskamer gaf een klagende inwoner aan dat hij voor rechten had gestudeerd. Van Heemstra was heel ad rem: “Ik heb in dit gesprek de indruk gekregen dat u inderdaad wel rechten hebt bestudeerd maar geen plichten”.
  4. Zes jaar na zijn pensionering was in 1990 de opening van het nieuwe gemeentehuis in Balk. Van Heemstra was uitgenodigd en aanwezig. Bij de rondleiding kwam hij aan bij de nieuwe computerruimte. Van hem was bekend dat hij niet gecharmeerd was van computerontwikkelingen. Toen van Heemstra de computerruimte werd binnengelaten, keek hij enkele tellen om zich heen en liep de ruimte direct weer uit. Hij zei tegen de volgers: “Kijk ik hier zo interessant genoeg?
  5. In mijn tijd als gemeenteambtenaar heb ik burgemeester van Heemstra slechts één keer echt, echt heel woedend meegemaakt. Hij had bezoek van een echtpaar gekregen op het spreekuur. Zij hadden bericht gekregen dat hun woonboot moest worden verwijderd.  Het gesprek begon met verwijten door het echtpaar. “Burgemeesters zouden geen gevoel hebben voor leven op het water, woonbootmensen enz”. Burgemeester Van Heemstra was nooit boos te krijgen, maar langzamerhand gebeurde dat in dit gesprek wel. Hij liet in het gesprek uitkomen dat hij bij de Koninklijke Marine had mogen dienen. De vrouw van het echtpaar had geschamperd: “Ja, als dekzwabber zeker.”
    Iedereen in het gemeentehuis kon toen van Heemstra horen razen: “Eruit” en het echtpaar vertrok direct. Maar van Heemstra was een op-en-top gentleman. Drie dagen later heeft hij het echtpaar telefonisch laten weten dat zij welkom waren voor het vervolggesprek.
  6. Van Heemstra vroeg mij eens in mijn functie als HZB (Hoofd Zelfbescherming Gaasterland) wat ik van zijn gedachte vond om van het gehele gebied Wyldemerk bij Kippenburg een schuilplaats te maken voor alle inwoners van Gaasterland bij een atoombom- of kernbomoorlog. Het was in de rumoerige tijd rondom de grote sportplannen van Sake Holkema op de Wyldemerk. Van Heemstra stelde mij de vraag serieus en later dacht ik dat het geweest was om mij te testen. Ik heb hem verteld dat ik in zijn gedachte niet mee kon gaan en ik heb hem meerdere redenen daarvoor opgegeven. Van zijn idee heb ik nooit meer iets vernomen.

Na zijn overlijden in 2001 plaatste de gemeente Gaasterlân-Sleat een overlijdensadvertentie met daarin de tekst:

,,Wij hebben hem gekend als een burgemeester met oog voor het detail in ieder mens. Wij weten dat hij daardoor respect, waardering en echte belangstelling voor de bevolking van Gaasterland had. Hij was een echte ,,burgervader”.

Zijn overlijdensbericht begint met een gedicht van zijn in 1990 overleden zoon Schelte Feijo.
Ik hoop dat, als ik overlijd,
,,voorbij” niet ,,weg” zal blijken,
maar dat ik, van de tijd bevrijd,
een stadium zal bereiken
dat ik, niet belemmerd door een grens
in een eeuwige lente
terug kan gaan naar mij als mens
in heerlijke momenten.

 

Aantekeningen bij zijn vader Cornelis Schelto

Cornelis Schelto Sixma Baron van Heemstra begint zijn militaire loopbaan als tweede luitenant der Huzaren in 1901. In 1917 zal hij ritmeester der Huzaren worden, hierna wordt hij bevorderd tot reserve-majoor speciale diensten bij de generale staf. Hij is nauw betrokken bij het opzetten van de militaire inlichtingendienst. In 1912 wordt hij benoemd tot ordonnans-officier van koningin Wilhelmina.

Hiermee begint zijn werk voor het Koninklijk Huis. In 1925 volgt zijn benoeming tot kamerheer en particulier secretaris van koningin-moeder Emma en in 1934 tot plichtsgetrouw  particulier secretaris in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina. De laatstgenoemde functie heeft hij vervuld tot zijn dood. Bij het overhaaste vertrek van Koningin Wilhelmina naar Engeland is de heer van Heemstra, net als de meeste leden van de oude hofhouding, niet geïnformeerd. De achtergebleven hofhouding is met behulp van de erg koningsgezinde Van Heemstra,  er in geslaagd de achtergelaten inhoud van de verschillende paleizen uit de handen van de bezetter te houden en te laten opslaan. Cornelis Schelto had ervoor weten te zorgen dat alles veiliggesteld kon worden met hulp van een Pruisische Junker van de Wehrmacht. Toen hij daarmee klaar was, en hun huis in Den Haag gevorderd werd voor de Atlantikwal, vestigde hij zich in Hengelo Gld, waar hij kort daarna in 1942 aan een beroerte overleed. Achteraf is gebleken dat hij een dag na zijn overlijden als gijzelaar opgepakt zou zijn geweest. De Duitsers vonden zijn overlijden zo verdacht dat het gerucht wil dat de Duitsers zijn graf ter controle hebben opengemaakt. De gemeentelijke politiek heeft ook zijn interesse. In 1923 wordt hij gekozen tot raadslid van de gemeente Sassenheim. Hij was ook penningmeester van de adelsvereniging in de3 zeer moeilijke tijden van de Russische revolutie en de beurskrach, die velen aan de bedelstaf brachten. In de jubileumuitgave Edel voor adel (2000), over de dan 100-jarige Nederlandse Adelsvereniging, is geciteerd: “C.S. Sixma Baron van Heemstra werd penningmeester in de crisistijd. Hij begon in 1931 met reserveringen voor de uitkeringen en waarschuwde dat het beheer van de financiën zeer moeilijk was”.

In 1912 onderneemt Cornelis Schelte een reis naar Brits-Indië, Nederlands-Indië, China, Japan en Rusland. Van deze reis maakte hij verslagen in de vorm van een dagboek, een beschouwend verslag en een serie brieven die hij naar huis stuurde. In zijn vrije tijd maakte hij veel werk van genealogisch onderzoek naar zijn familie.

Cornelis trouwde, 35 jaar oud, op 14-10-1915 in Diepenheim met Johanna Arnolda Bernardina Schimmelpennick, 26 jaar oud. Zij krijgen vier kinderen.  Van het huwelijk zijn in de burgerlijke stand van de gemeente Diepenheim de volgende gegevens bijgehouden:

Aktenummer: 10 Datum: 14-10-1915
Bruidegom: Cornelis Schelto baron Sixma van Heemstra
Geboorteplaats: Leeuwarden
Bruid: Johanna Arnolda Bernardina gravin Schimmelpenninck
Geboorteplaats: Diepenheim
Vader bruidegom: Henri Denis François baron Sixma van Heemstra
Moeder bruidegom: Anna Cornelia Wijckerveld Bisdom
Vader bruid: Robert graaf Schimmelpenninck
Moeder bruid: Philippina Cornelia van Suchtelen van de Haare

Cornelis Schelte Sixma van Heemstra stierf in het jaar 1942. Hij is 63 jaar oud geworden.

 

[Feyo Schelto Sixma baron van Heemstra (geb. 1916) is de oudste zoon van Cornelis Schelte en Johanna Arnolda Bernardine en dus oudste broer van burgemeester Van Heemstra. Hij werd geboren in ’s-Gravenhage. Hij studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht en Parijs. In 1950 promoveert hij in Groningen op “De klederdracht van Hindeloopen”. In de jaren vijftig werkt hij als medewerker bij het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Hij schreef verschillende boeken, die in het Fries verschenen. Verder heeft hij verschillende banen als docent in het onderwijs gehad; van middelbaar- tot universitair onderwijs.]

Geraadpleegde bronnen

E-mailverkeer met Jan Willem baron van Heemstra
Genealogische Vereniging Den Haag.
”Vannacht varen de Hollanders” door Hans Larive. Uitgever 1963 Elsevier.
“ Van Heemstra, Friese Adel” door Ko van Hemert, Uitgever 2017 Bornmeer.
Eigen handgeschreven oorlogsherinneringen.
Archief Tresoar Leeuwarden.
Archief Balkster Courant
Archief Leeuwarder Courant
www.langsdeluts.nl