Dagboek Jacob Klijnsma

OVERZICHT VAN GEBEURTENISSEN 1943-1945 DOOR JACOB KLIJNSMA

Dit oorlogsdagboek is een waardevol document. Het voornaamste dat Klijnsma beschrijft is zijn illegaal verblijf in het Wijckelerhop. Als Balk bezet wordt door de Grüne Polizei duikt hij daar onder. Joop Schweitzer zou daarvoor ook vluchten en vervolgens gedood worden. Een ander aspect is dat Klijnsma precies beschrijft wat er gebeurde als je niet voldeed aan de oproep voor verplichte tewerkstelling in Duitsland. De vraag is hoe Jacob Klijnsma en anderen wisten van een mogelijke bezetting in Balk van Landwachters en Grüne Polizei.

Het oorlogsjaar 1943 bracht niet veel goeds daarom korte overzichten omtrent hetgeen er gebeurde. Het eerste overzicht schrijf ik op 8 juli 1943.

De maand maart bracht mij weer naar A. Hofman “Tuinlust” in Wijckel. Tot 8 juli ging alles goed doch toen kwamen de gemene moffenstreken weer goed aan het licht. Ze gaven de gelegenheid tot het verkrijgen van een Ausweis.  Ook wij konden daarvoor in aanmerking komen bij de plaatselijke bureauhouder voor voedselvoorziening   J.W. de Jong te Harich. Een poosje later moesten we naar Leeuwarden toe om ons daar te melden en wel voor de arbeidsinzet in Duitsland. Maar met onze Ausweis kregen wij uitstel of afstel - weet ik veel - want het gaf ons niets.

Een paar dagen later moesten we ons al weer melden maar toen waren die dingen niet meer van kracht en zodoende gingen we niet weer. Maar het duurde niet lang of we kregen een aangetekende brief dat we moesten komen. Zo niet dan zou de Groene Politie ons komen halen maar ook hier gaven we geen gehoor aan. Het bleef eerst ook alles kalm maar toen we de datum 5 juli schreven is het een en al rumoer. In Leeuwarden is de groene politie reeds aan het werk geweest.

Dezelfde avond werd er hier verteld dat ze morgen ook in Gaasterland zullen komen doch er zijn thans al drie dagen over verlopen. Men verwacht ze nog steeds maar het is alles nog kalm maar als ze ook komen is het niet voor de poes want er zijn wel 1000 man zo zegt men. We moeten maar afwachten wat er gebeurt; het is opletten en anders niets.

Het is thans donderdag 9 juli en alles is ook nu nog kalm.
Ik sluit met dit stuk.

Thans is het zondag 11 juli 1943.
Wij zijn nog steeds in spanning en nog steeds wordt de groene politie verwacht. Nog altijd thuis zitten en niet te ver van huis uit vrees. Niet naar de kerk en de gehele zondag thuis zitten. Vanavond misschien even op stap, maar dan is het weer thuisblijven. Ook vrijdag op de veemarkt te Leeuwarden zijn er jonge kooplui opgepakt door de politie. Maar er is nog troost. De Engelsman is in Europa gearriveerd en wel op het eiland Sicilië in de Middellandse Zee.  Dit is dan het derde front en niet het tweede, want dat moet nog komen. De verwachting is dat ook spoedig Italië aan de beurt is. Van 9 op 10 juli zijn hier een massa vliegtuigen over gevlogen en naar er gezegd wordt zijn die allen naar Sicilië gegaan. Er staat een leger Engelsen voor de grens van Turkije. Wat dat moet mag joost weten maar ik weet het niet; misschien een volgende keer. Het is 5 over half 11. De kerk komt uit en alles is nog rustig. Dit is het nieuws van 8 juli tot en met 11 juli.

Ik sluit met dit stuk.

Zondag 18 juli 1943
Daar we verleden week 11 juli waren is het thans 18 juli en nog is alles hier rustig en kalm gebleven. Wel waren er gisteren jongens te Balk van 19 jaar die persoonlijk schrijven hadden gekregen maar anders is er niet veel veranderd. Gisteren 17 juli waren er weer 20 man van de Sicherheitsdienst  in Leeuwarden. Nog steeds verwacht men ze ook hier; maar het is en blijft kalm, wat ook maar een geluk voor ons is. Ook mijn kameraden zijn allen nog steeds thuis. Gisteren vertelde men dat Engeland en Amerika een vraag tot Italië gericht had, nl. Of eervol overgeven of eervol voor Vaderland en Volk vechten en eervol sterven voor de Dütche?? Antwoord onbekend. Ook op Sicilië moesten de mof en Italiaan terug. Het wordt vrij zeker overlopen door de Engelsen, want ook de courant meldt er zo goed als geen woord van. Dit is wel een teken dat het de mof niet goed gaat. Ook in Rusland kan die rotmof het niet houden. Dit is het nieuws van 11 juli tot 18 juli.

Ik sluit met dit stuk.

Zondag 25 juli 1943 Wijckel Fr.
Alles is hier nog rustig en stil. Naar de geruchten gaat de oorlog goed maar het duurt maar voort. We zagen liever wat grotere successen. Wel is Rome geweldig gebombardeerd wat nog nooit gebeurd is. In Stiens heeft de Hollandse SS de heer  D.Sietsma opgepakt en naar Vught gebracht. Ook wordt er verteld dat die kant naar Echten ook jongens opgepakt zijn. Maar in Gaasterland is alles nog stil gebleven. Ook mijn kameraden zijn allen nog thuis. Maar het is nog steeds oppassen want ook in Gaasterland zijn op 24 juli polities op een motor door gegaan. Waarheen is onbekend.

Het is wenselijk dat de SS niet met oppakken begint want die zijn niet te onderscheiden van de moffen. Als je dan naar Vught gaat, krijgt men geen spek te eten. Het gaat nog steeds goed dat we treuren nog niet zo lang de lepel nog in de brijpot staat. Wij treuren ook niet zo lang we zondagsavonds nog op stap kunnen. Dus nog niet getreurd. Het is halfelf en de kerk komt uit. Dit is het nieuws van 18 juli tot en met 25 juli.

Ik sluit met dit stuk.

Zondag 1 augustus.
Op dit ogenblik is alles hier weer rustig en kalm, doch gisteravond werd ik van mijn werk gehaald door G. daar ik bij M. Zwart op de bouw aan het werk was. Ik moest direct thuiskomen want er was een overvalwagen in Sloten doch later bleek dat het te doen was om de vrouw en kinderen van de oppermarechaussee Drolinga. Hij had dienstgeweigerd en was nu ondergedoken. Dus we zijn allen nog thuis. De strijd op Sicilië gaat niet vlot want het regent parachutisten van de mof. Er wordt daar man tegen man gevochten. Anders is er niet veel nieuws. Het is vrij stil. Het is 20 voor 10.

Dit is het nieuws van 25 juli tot 1 augustus.
Ik sluit met dit stukje.

11 juni 1944
Het jaar 1943 ligt reeds ver achter ons en het laatste schrijven van 1 augustus is ook ver verleden. Maar 1944 bracht nog geen vrede doch wat zij ons wel brengt is de invasie in Frankrijk. Dit is nu het nieuws want van 1 augustus 1943 tot 11 juni 1944 was het stil gelijk de stilte die voor een donderbui vooraf gaat. Hier was alles gelijk maar in een andere plaats waren weer wat op gepakt. Enkelen werden ter dood veroordeeld. Maar bijzonder nieuws was er niet Sicilië. Het is reeds lang in Engelse handen en invasie gaat nu best. De Rus geeft ze er ook van langs; in Italië krijgt die (de Duitser) ervan langs. Hij gaat er aan de rotmof. Weg met het hakenkruis. We willen het nooit meer zien. Leve het Oranjehuis. Leve Wilhelmien maar nu zitten we natuurlijk allen in spanning. Hoek van Holland is gebombardeerd en Vlissingen en Scheveningen. Maar we blijven kalm en wachten op het sein van de ondergrondse pers.

Ik sluit met dit stuk.

Nu is het 23 juli 1944
Het is thans nog kalm en stil maar het zal wel anders worden van de week want de landwacht komt nu vrij zeker in Balk. Dus het wordt er niet beter op voor ons als onderduikers maar we hopen het beste. Het gaat naar het einde oproer in Duitsland en winsten aan het front maar het is nog geen vrede. Toch is er nu weer wat nieuws. Het is van 11 juni tot nu steeds vrij stil geweest. Er werden weleens wat opgepakt en het front ging zijn gang wel maar bijzonders was er niet. We hebben vanmiddag geen kerk en dus gaan we uit fietsen en dan zal het vanavond wel voor het laatst zijn. Als de landwacht komt, moeten we maar afwachten wat er gebeurd. Het nieuws van 11 juni tot en met 23 juli. De landwacht komt naar de berichten zijn op dinsdag 25 juli. Dus hoop ik weer even te schrijven.

Dinsdag 25 juli 1944.
De landwacht komt niet: het is een week uitgesteld dus in afwachting.

Thans 3 augustus en dus een goed week later.
We zijn bij M. Zwart op de Coehoornpolder aan het modder rijden. Daar bereikt ons het bericht dat 2 groene politie`s in Balk zijn. Omdat F. Visser ook bij ons in de nabijheid was, ging die even naar huis om te zien hoe en wat. Nu blijkt dat er 2 man zijn die op bepaalde adressen uitgaan. Nu, afijn, het is half 12 en vader gaat even vooruit om te zien of er ook gevaar is en dan kom ik met de wagen. Gevaar is er niet, maar wat minder is dat er wel 20 man (groenen) zijn. Het verhaal is dat er nog meer komen en dat ze hier ook nog blijven. Nu we gaan om eten, maar vlak na eten zien we al een auto vol gaan en ze zetten heel Gaasterland af zodat er niemand meer uit of in kan zonder controle. Nu maar gauw weg naar ons werk en ik vind dat ik daar moet blijven maar vader maakt er niet veel van als ik vraag wat denkt U daarvan? Hij zegt “ik weet het niet”, maar in de namiddag komen de jongens van Visser met een boot om daar ‘s nachts in te slapen. Nu dan ga ik ook mee en nu vindt vader het ook goed.

Maar daar ik zonder een of ander van huis ben gegaan moet ik nog wat eten en een deken voor de nacht hebben. Nu de modder is uit en vader gaat nu eerst maar wat spul ophalen en wij gaan naar de boot die op de Zwanepolle (Wijckelerhop) aan de wal ligt.

Een paar uur later was alles in gereedheid. Nu waren we met ons zevenen: H. Visser; K. Visser; A. Visser; J. Oenema en zijn onderduiker Cris; J. Breemer en J. Klijnsma. Toen de schemer viel, werd er nog wat eten en drinken gebracht door een broer van de gebroeders Visser en een zus van Cris. Zij kwam ons een nachtzoen brengen. Dit was natuurlijk niet het werk van een Friese meid maar wel van een Hollandse. En toen die dan weer vertrokken, kwam de meid inschepen en dat ging nu ook al vlug. Nu een mooi plekje gezocht in het riet en daar werd nog even gepraat over de wachters van de nacht. Daarna werd alles langzaamaan stil. De nacht was stil. Het weer was mooi; de maan scheen helder en alles bleef stil en kalm. Men sliep gerust. De wachters wisselden geregeld maar melden gelukkig telkens niets anders dan wat gekef in de verte van honden en het schieten van het Duitse afweer geschut op de Hollandse kust. Zo brachten wij de nacht stil en kalm door.  ‘s Morgens om 4 uur brachten wij J. Oenema naar de wal daar die melken moest. Toen wij weer naar het plekje teruggingen om 5 uur kwam vader met eten en drinken. Wij gingen wij weer naar de wal en bleven daar toen ook.

Wij zouden overdag maar modderstrooien voor M. Zwart en vader en J. Schotanus zouden dan Visser helpen in het hooi en daar gingen we nu ook heen.  Na een poosje aan het werk geweest te zijn, gingen we eerst maar wat zwemmen en zodoende lagen we om 10 uur in het meer. Toen nog wat aan de wal liggen en het was tijd om eten te halen dat Visser op het begin van de opvaart zou brengen. Toen eten en na die tijd wat aan de polderdijk liggen maffen. Om half 2 gingen wij nog een poosje te strooien tot 4 uur en toen weer in het meer te zwemmen. Dus zodoende was het al een uur of half 6. Na wat om zeuren, gingen we nog maar een poosje naar ons werk. Doch niet lang want daar de boot nog op de Zwanepolle lag en er kleine meisjes waren te zwemmen lieten die onze boot los. Daar er een flink bries wind stond dreef ons vaartuig snel van de wal.

Omdat ze om hulp riepen arriveerden wij met drie man spoedig op de plaats daar eens onze boot gelegen had maar die nu reeds een heel eind uit de wal was. Wij trokken de kleren uit en gingen het meer in maar zwemmen konden wij ook niet. Doch J. Breemer wel en deze liet dan ook geen tijd verloren gaan en sprong te water en zwom de boot na.  Eerst in het Balkstergat kreeg J. de boot te pakken. Toen waren we weer uit de nood want wij waren samen dwars over gelopen (wat zomerdag best kan) van de Zwanepolle naar Hilverda zijn buitenpolle. Zodoende kwamen we allen weer behouden aan wal. Verder ging alles best. Wij werden best verzorgd van eten en drinken; we kwartetten wat en zo ging de tijd heen.  Zaterdag en Zondag voor de helft tegen de middag kwam vader de boodschap brengen dat de hele rommel weg was en wij thuis moesten komen. Zo kwam het dat we thuis eten konden die zondagmiddag.

Des ‘s avonds kwam er weer bericht dat de groenen er weer waren. Daarop gingen wij weer naar het meer doch dit was onjuist. Zodoende waren we maandagmorgen weer thuis. Dit is de enige keer dat ik van huis ben geweest en na eten weer naar M. Zwart te roggebinden.

Het is thans 1948.
Dus de oorlog is reeds 3 jaar voorbij. Wat er allemaal in de tussentijd gebeurd is, weet ik niet meer precies maar wel dat het allemaal nog lang niet in orde is. In die verstreken tijd heb ik al verschillende werkgevers gehad; de invasie van Normandië is reeds bij velen al bijna vergeten. Maar het is toch niet iets om maar zo te vergeten. Het was een groot genot dat we de Canadezen in zagen rollen. Auto`s en tanks met sterren erop dat was wat anders dan het hakenkruis van jaren.

Tot zo ver het oorlogsdagboekje van Jacob Klijnsma.

Leesbaar gemaakt door zijn dochter Pietje Hoogkamp-Klijnsma.
Sondel 2008