Het jaar 1940 (3)

ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1940 

  • Schrijver/Drukker Johannes Hoekstra uit Koudum vraagt in zijn rubriek Sprankelingen in de Balkster Courant in een gebed aandacht voor de vrede.

SPRANKELINGEN 254
Bede om Vrede

 'k Hoor de stem van de kanonnen,
Dof en dreunend, angstig, naar.
'k Hoor 't geronk der vliegmachines
Ver of dichtbij, meestal zwaar ....

Daag'lijks 'hoor ik de berichten,
Die de radio vertelt.
En ik lees ook persberichten
Die het A. N. P. vermeldt.

'k Hoor van bommen op de steden,
Ja zelfs ook op 't platteland
En ik beef voor hen die 't treffen,
'k Denk aan vriend en bloedverwant.

'k Denk aan scheep'ling en aan vlieger
En aan elk die 't land eens riep.
Aan den jongeling, aan den oud're
Die op 't veld van eer ontsliep.

'k Loop te denken, 'k lig te peinzen
Alles om me heen beroert.
Wie zal toch de Sterke wezen
Die de Oorlogs - Moloch snoert ?

't Is toch God, de Heer des Vredes
Die de oorlogsvlam weer dooft;
Die het zuchten hoort der weezen
Van hun ouders wreed beroofd !

Hij zal ons de vrede brengen.
Eeuwig durend is die vreê !
Als wij needrig tot Hem smeeken.
Zal Hij hooren onze beê.

10 September 1940  -  SPRANKELAAR

  •  Vlees, vleeswaren en vis zijn vanaf nu alleen te verkrijgen op distributiebonnen via de distributiedienst.
  • In de Leeuwarder Courant staat vandaag een grote advertentie waarvoor vele Friese mannen - en dus ook Gaasterlandse mannen – zullen zwichten. Meerdere werklozen, laagbetaalde werknemers en avonturiers besluiten naar Duitsland te gaan

MAANDAG 16 SEPTEMBER 1940 

De Nederlandse S.S. wordt opgericht. De naam wordt later gewijzigd in Germaanse SS.

In Amerika wordt nu de dienstplicht ingevoerd. 

DINSDAG 17 SEPTEMBER 1940 

  • De schoolleiding van de Christelijke Lagere School in Oudemirdum ontvangt een brief van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. Het Departement deelde mee dat zich in de schoolbibliotheek  boeken bevonden van de jeugdschrijver W.G. Van de Hulst. Een van zijn boeken was “ Een Hollandse jongen in Franse tijd”. Van der Hulst beschreef hierin het verzet dat de kinderen boden in de tijd van de Franse overheersing in de periode 1790-1820. De boeken werden verboden omdat de Duitsers bang waren dat de jeugd ideeën zou opdoen om de Duitsers te dwarsbomen.  En zo volgden er steeds meer maatregelen die beperkingen oplegden. Er kwamen maatregelen die zich toespitsten op de Joden. Nog in dit jaar werden scholen verboden om gebruik te maken van een speciale kleuterbijbel. Het boek bevatte delen over de Joden en het Jodendom.

De grote luchtoorlog met de naam ‘Slag om Engeland’ wordt vandaag in het voordeel van Engeland beslist.

  • Van alle nieuwe ambtenaren, onderwijzers enz. wordt geeist dat zij niets zullen ondernemen tegen de Duitse Wehrmacht en het Derde Rijk. De verklaring die ieder moet ondertekenen wordt de ‘Verklaring van Gehoorzaamheid’ genoemd.

WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1940

  • Burgemeester Schwartzenberg doet mededeling in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van Gaasterland dat alle persoonskaarten nu in alfabetische volgorde staan zodat het bevolkingsregister voldoet aan de allernieuwste landelijke voorschriften. Slechts heel weinigen zullen de uitwerking van deze simpele mededeling in de gaten hebben gehad. Nederland was nu klaar voor de invoering van het persoonsbewijs en het opmaken van allerlei lijsten zoals tewerkstelling in Duitsland enz.  Een zeer drukke en bewerkelijke voorbereidingsperiode van ongeveer twee tot drie jaar kon worden afgesloten voor de bevolkingsambtenaren. Tot aan deze invoering werden vanaf 1830 de inwoners in volgorde geschreven in dikke boeken per woonplaats en per huisnummer. Als een gemeente naar iemand zocht die b.v. Jan Jansen heette en op 1 januari 1910 geboren was, dan moesten alle boeken worden nagekeken. Nu was iedereen direct op alfabet te vinden.
    Er was geen onderlinge communicatie tussen gemeenten als iemand vertrok of zich vestigde. Als je de achternaam Vogelzang had, dan kon je je aanmelden in b.v. gemeente Maastricht met de achternaam Vogelsang.
    Alle gegevens waren nu worden getypt op een persoonskaart volgens strikt vaststaande landelijke voorschriften zodat iedere gemeente dezelfde werkwijze toepaste en elkaar systeem kon gaan gebruiken. De Rijkinspectie kwam eenmaal per twee jaar alle gegevens controleren. Op alfabetvolgorde konden de gegevens per persoon snel worden opgezocht. Bij vertrek naar een andere gemeente stuurde de bevolkingsambtenaar de persoonskaart door naar de nieuwe woongemeente. Een efficiënt gebeuren. Even later zal blijken dat het nu heel gemakkelijk was om voor een ieder een persoonsbewijs te maken. Het speelde de bezetter in de kaart. Op 1 oktober 1994 werden de bevolkingsregisters van alle gemeenten via de computer met elkaar verbonden en was de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) geboren.

VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1940 

  • De Ned.Hervormde Kerk van Harich maakte bekend dat het gezin van Jelle de Jong Wzn. en zijn echtgenote Akke Roelevink met attestatie uit Spaarndam is ingeschreven. Er werd bijgeschreven dat de kerk hen graag in hun midden opneemt als verdrevenen door oorlogsomstandigheden. Wat die omstandigheden zijn is niet bekend gemaakt. Uit het bevolkingsregister blijkt dat het gezin zich hier vestigde met 9 kinderen op het adres H155. Dat adres werd 1 juli 1953 vernummerd in Wyldemerkwei 4, Harich. 

WOENSDAG 1 OKTOBER 1940 

  • In zijn rubriek Sprankelingen in de Balkster Courant maakt schrijver/drukker/dichter Johannes Hoekstra uit Koudum een gedicht over de verplichting om een pasfoto te laten maken voor een identiteitsbewijs.

SPRANKELINGEN 257

 Op de kiek
Ouden, jongen, knappen, leel'kerts
Allen moesten op de kiek.
Allen werden er "genomen
"Minder mooi of magnifiek!

't Was voor velen een bezoeking
Als men stak zich in de pronk.
Doch het duurde slechts maar even
Tot de fotograaf weer wonk.

Allen staan wij op een prentje
Ieder heeft/krijgt zijn identiteit.
Zij die nooit nog zijn genomen
Deden mee in dezen tijd.

Laat ons 't allen goed bewaren,
Het gestempelde bewijs.
Want men moet dit kunnen toonen
Op den weg en ook op reis!

't Is gemakk'lijk, wil dit g'looven.
Twijfel is niet moog'lijk meer.
Ouderdom en huw'bre leeftijd,
Alles vindt men er op weer!

"Kinderen” boven vijftien jaren
Hebben toegang op ’t papier.
Wil men hen eens niet gelooven,
Rap zegt elk nu: zie maar hier!

't Identeitsbewijs is geldig,
Voor den tijd van heel een jaar.
Dus wij zijn voor twaalf maanden,
Met dit briefje altijd klaar!

Gaat een jongen ‘t meisje vragen
En ze vraagt: “ben jij het wel ?”
Daad'lijk kan hij't haar dan toonen
En hij doet dat vlug en snel!

Ook bij navraag kan het dienen,
Ieder heeft zijn identiteit.
Twijfel is dus niet meer moog'lijk,
Zoo wil het, de Overheid!

30 September 1940  -  SPRANKELAAR

DINSDAG 1 OKTOBER 1940

De Nederlandse vakcentrales gaan op in het N.V.V. (Nederlands Vakverbond). Alle vakcentrales worden hierdoor opgeheven.

Nederlandse werknemers op het vliegveld in Leeuwarden proberen het gereedkomen van het Duitse vliegveld langzamer te laten verlopen. De Duitsers krijgen dat in de gaten en pakken een paar voorwerkers op en bedreigen hen met de zwaarste straffen. De Duitsers laten weten dat dit goed geholpen heeft.

Het vijfde en laatste gedeelte van de ‘Slag om Engeland’ begint. Het zijn nu kleinschalige Luftwaffe aanvallen. Op 30 oktober 1940 zijn ook deze kleine aanvallen beeindigd.

  • In de Leeuwarder Courant van 18 oktober 1940 is een artikel opgenomen over de situatie op het werklozenkamp Elfbergen in Oudemirdum. Het doet dus blijken dat van oorlogsinvloeden hier geen sprake is. Het krantenartikel is hieronder letterlijk overgenomen.

Een nieuwe cursus
Den eersten October is aan de Binnenvaartschool te Lemmer de nieuwe cursus voor opleiding voor de Rijn- en kustvaart begonnen. De jongens van Elfbergen fietsen nu weer geregeld heen en weer, om daar het onderwijs te ontvangen, dat ze noodig zullen hebben, om straks een goed plaatsje te kunnen vinden in het scheepvaartvak, waarnaar hun hart trekt. Er zijn, naar de kampcommandant ons vertelt, een veertig a vijftig cursisten. Wat het bezoeken der binnenvaartschool betreft, is er één groot verschil met den vorigen winter: de lessen worden nu in plaats van op avond op middag gehouden, namelijk van één tot vier uur.

Het zou als het winter wordt en het dus reeds heel vroeg donker is, ook zeer moeilijk gaan in deze tijden bij avond heen en weer te fietsen. Den vorigen winter bracht dit reeds moeilijkheden en we hebben er nog steeds bewondering voor, hoe de jongens, ondanks felle kou en met decimetersdikke sneeuw bedekte wegen geregeld naar Lemmer kwamen voor het ontvangen van hun onderwijs. De directeur van het onderwijsfonds, de heer De Jong, heeft wel eens gezegd: „Weet je, wat het succes is van Elfbergen? Die tochten naar Lemmer! Daar leeren de jongens iets van. In het scheepvaartvak zullen ze later ook dikwijls slecht weer moeten trotseeren. Die tochten naar Lemmer zijn er een goede voorbereiding toe. Wat dat betreft, is het hier heel anders dan op het opleidingsschip, dat het Onderwijsfonds te Amsterdam heeft liggen." „We hebben hier meer ruimte", zegt de kampcommandant. „De jongens kunnen hier voetballen en zoo en dat kun je op zoon opleidingsschip niet. We hebben hier op het terrein bovendien een model scheepsmast en éénmaal per jaar gaan de jongens een week met het opleidingsschip van het onderwijsfonds. Daar doen ze óók practische kennis op."

De heer Tamminga kan ook zoo gezellig vertellen van die moeilijke tochten, welke den afgeloopen winter naar Lemmer werden gemaakt. „Eén keer hebben we in de sneeuw vastgezeten. We waren laat uit Lemmer vertrokken, het was al halftwaalf geweest. En toen troffen we onderweg een sneeuwstorm. Achter den zeedijk lag de sneeuw meters hoog! Soms moesten we ons er met de fiets op den nek doorwerken en pas om twee uur in den nacht zijn we thuisgekomen." Maar dezen winter zal het dus beter gaan. 's Morgens kampwerk met onderwijs ten dienste van de algemeene ontwikkeling, 's middags naar de binnenvaartschool en '_ avonds theorie van het vak of ontspanning. Zoo zal men den donkeren winter op Elfbergen op nuttige en ook ongetwijfeld op gezellige wijze doormaken. En aan het eind van den cursus zal weer een aantal jongemannen, na een grondig vakonderricht, klaar staan voor een nieuw leven, voor een goede toekomst. Dat is de groote verdienste van deze Centrale voor werkloozenzorg, die haar werk op zoon uitstekende wijze kan doen, dank zij de medewerking van mannen als Douwe Tamminga!

„Elfbergen" bereidt zich voor op den winter
Nieuwe cursisten — nieuwe plannen. Sneek krijgt een „filiaal". Kampleider Douwe Tamminga bespeelt de kampbel meesterlijk. Hy haalt er een rhythmisch wijsje uit, dat het einde van de koffiepauze beteekent. De mannen van het werkkamp Elfbergen bij Oudemirdum komen te voorschijn uit de recreatiezaal en hervatten het morgenwerk.

In het kombuis — op Elfbergen spreekt men in scheepstermen! — in het aardappelveldje en op verschillende andere plaatsen gaan ze weer aan den arbeid. De melkerscursisten worden vanmorgen onderworpen aan een medische keuring, een andere groep jongens krijgt navigatieles in de roeivletten aan het Slotermeer. Zóó staan de zaken er ongeveer voor, als we op den zonnigen morgen van een Octoberdag in het kamp een kijkje komen nemen. „Ik zal de jongens eerst allemaal even aan het werk zetten", zegt de heer Tamminga, „en dan kunnen we wel eens een rondwandeling over het terrein maken".

Gymnastiekles op het kampeerterrein. Veel plaatsingen bij Rijn- en kustvaart.
Na een rondwandeling over het terrein, waarbij we een kijkje hebben genomen in de verschillende gebouwen van het kamp — hoe gerieflijk en practisch is alles hier ingericht! — zijn we aangekomen in het gezellige kantoortje van den kampcommandant, waaruit men zoon mooi gezicht heeft op de Gaasterlandsche bosschen in hun schitterenden herfsttooi. Hier merkt men eerst de rustige sfeer, waarin de kampbewoners leven. En is dat niet, vooral nu, zoo heel veel waard? We vragen den heer Tamminga naar het aantal jongens, dat bij de Rijn- en kustvaart wordt geplaatst. „Van onze laatste groep van twintig zijn er nu nog maar negen over", antwoordt de kampcommandant. „Er gaat haast iederen dag één weg en ze krijgen beste plaatsen.

Eén is tweede motordrijver geworden bij de kustvaart, waarbij hij vóór hij hier zn opleiding kreeg ook reeds twee jaar werkzaam was, voor een heel best salaris. Over het algemeen worden er echter meer jongens bij de Rijnvaart geplaatst dan bij de kustvaart. De heer Boertjens van Lemmer helpt ons uitstekend en weet nog al heel wat jongens bij die Rijnvaart te plaatsen. Voor plaatsing bij de kustvaart zorgt de arbeidsbeurs te Groningen." We krijgen vervolgens een flinke serie kiekjes te zien van het cursuswerk met betrekking tot de kust- en Rijnvaart. De jongens krijgen les in de roeibooten, welke bij het Slotermeer liggen, zwemles bij den badmeester te Balk, gymnastiekles op het terrein, practisch onderricht in één der kampgebouwen en alles is op de gevoelige plaat vastgelegd. Bij de lessen in het kampgebouw hebben we nog even een kijkje kunnen nemen. Eén der kampleiders bracht de jongens daar algemeene ontwikkeling bij: Nederlandsche taal, wiskunde, aardrijkskunde.... en alles volgens het z.g. Daltonsysteem, bestaande uit verschillende schriftelijke lessen, waarbij de leerlingen zelf het tempo regelen. „Want we hebben hier vogels van diverse pluimage", vertelde de leeraar ons, „het varieert hier van jongens met Mulo-diploma tot schipperskinderen met uiterst gebrekkig onderwijs."

Op de schoolborden zagen we teekeningen met betrekking tot het scheepvaartwezen, terwijl we konden constateeren, dat den jongens ook de noodige scheepvaarttermen in de Duitsche en Engelsche taal wordt bijgebracht. Werkelijk, er wordt niets vergeten bij dit onderwijs te Lemmer en Elfbergen en als de jongens later verderop wilden, dan is de zeevaartschool met de kennis welke ze hier opdoen best te bereiken.

 De melkerscursisten

„Een biologisch student is thans theoretisch leider van den melkerscursus", vertelt de heer Tamminga ons. „De practische lessen krijgen de jongens echter op de boerderij van den heer K. Visser. Dat gebeurt éénmaal per week en verder krijgen de jongens practische scholing bij de boeren in den omtrek.

We beginnen nu 1 November een nieuwen melkerscursus, doch een groep jongens is nu alvast maar begonnen. We kunnen dan ook eenigszins een selectie toepassen. Deze jongens komen geregeld op de boerderijen, weliswaar nog niet om te melken, doch om wat met paarden te leeren omgaan en zoo. Het is namelijk gebleken, dat, als de jongens in begin Mei hun melkersdiploma van de Friesche Maatschappij van Landbouw halen, ze verder eigenlijk nog maar weinig verstand van het boerenbedrijf hebben. Het ligt in de bedoeling in Sneek een „filiaal" van ons kamp te stichten en ook daar met ingang van November een melkerscursus te beginnen. We zouden dat eerst in de jeugdherberg doen, maar die is nu bezet door den opbouwdienst. We hebben nu echter de beschikking over een leeg heerenhuis aan het Hoogend." Zoo worden er voor de melkerscursisten dus ook nieuwe plannen gemaakt. Er zal bijvoorbeeld ook een kunstuier worden aangeschaft.

 De naderende winter
De winter nadert. Op Elfbergen beteekent dat evenals elders: verduisteringsproblemen! Doch de voorzieningen worden onder de uitstekende leiding van den kampcommandant vlot getroffen. Voor de aardappelen worden practische opslagplaatsen gemaakt, andere voorbereidingen gebeuren eveneens. Op Elfbergen gaat men een nieuwen winter tegemoet.

Nieuwe cursisten komen, nieuwe cursussen worden gehouden, nieuwe plannen worden beraamd. De kampcommandant Douwe Tamminga staat temidden van alles als een practisch leider en tevens als een goede kameraad yan zijn kampjongens. Zoo heeft men vertrouwen in den komenden winter, op Elfbergen, hoe donker de dagen soms ook zullen zijn. In het hartje van Gaasterland's donkere winterbosschen zal immers het licht schijnen van kameraadschap en eensgezindheid”.

DONDERDAG 3 OKTOBER 1940

  • De Duitsers verordoneren dat in cafe’s borden moeten worden opgehangen met de tekst ‘Voor Joden Verboden’.
  • Alle nieuwe ambtenaren hebben een verklaring van gehoorzaamheid moeten ondertekenen. Nu moeten alle andere ambtenaren ook een verklaring ondertekenen dat zij, noch hun ouders of grootouders, tot een Joodse geloofsgemeenschap hebben behoord. Alle gemeenteambtenaren van Gaasterland hebben deze verklaring ondertekend. De burgemeester van Gaasterland verzendt alle getekende verklaringen aan het Departement van Binnenlandse Zaken. Dat zijn de verklaringen van:

De burgemeester (één)Gemeentesecretarie (vijf)Gemeente-ontvanger (eén)Controleur steunverlening/gemeentebode (één)Burgerlijk Armbestuur (één)Bosbedrijf (één)Afdeling Openbare werken (negen)., nl een architect, wegwerkers, straatschoonmakers, brugwachters en de schoonmakers van het gemeentehuis.
Gemeenteveldwachters (vijf)
Afdeling Belasting (twee), nl deurwaarder en controleur vermakelijkheden belasting.
Volksgezondheidsambtenaren (drie). Dit zijn de keuringsveearts en twee gemeentedoktoren
Onderwijzend personeel (vijf). Openbare ULO school en de openbare lagere school.
Distributiedienst (drie).

  • Alle burgemeesters in Nederland worden verplicht een opgave te doen van Joodse bedrijfseigenaren binnen hun gemeente. Burgemeester Schwartzenberg van Gaasterland verzendt een opgave met de naam van winkelier Noordwal uit Balk. Hij is van Joodse komaf. Schwartzenberg schrijft bij de opgave dat Noordwal nu behoort bij de Nederlands Hervormde Kerk.

Een vraag die uiteraard in deze dagen zeer centraal stond, was wanneer nu iemand een Jood was. Jantje E. Bazuin schrijft in 2006 in haar boek: ‘Theesurrogaat voor Sneek’ het volgende:

De Duitsers hadden in een verordening bepaald wie nu eigenlijk Joods was. Dat was ten eersten iedereen die tenminste drie naar ‘ras’ gezien  ‘voljoodse’  grootouders had. Ook wie uit twee ‘voljoodse’ grootouders stamde en tot de Joodse kerkelijke gemeente behoorde, of wie twee ‘voljoodse’ grootouders had en zelf met een Joodse man of vrouw was getrouwd, gold als Joods. Om verwarring te voorkomen bepaalde de verordening ook dat grootouders als ‘voljood’ golden wanneer ze tot de joodskerkelijke gemeente behoorden of hadden behoord. Criterium voor het behoren tot het Joodse ras was dus eigenlijk de kerkelijke binding. Deze inconsequentie ten spijt was dit criterium van de nazi’s in het voorloorlogse Duitsland zeer bruikbaar gebleken. Daar onderscheidde men ‘Volljude’ (vier of drie Joodse grootouders, Mishling I (twee Joodse grootouders en Mishling II (één Joodse grootouder). De kerkelijke registers werden veel geraadpleegd bij het onderzoek naar de vraag wie er allemaal als Jood moesten worden aangemerkt.

In het vervolg zouden de bezettingsautoriteiten vrijwel steeds de definitie van deze verordening volgen. De Joden zelf gebruikten een heel ander criterium dan de Duitsers. Van oudsher was je Joods als je een Joodse moeder had, of als je na een intensieve studie en oefening onder erkende rabbinale leiding als Jood uitgekomen en toegelaten was. Dat criterium wordt nog steeds in orthodoxe kringen gehanteerd.

De laatste decennia erkennen liberalen en niet-godsdienstigen ook ‘vaderjoden’ en iedereen die zich om wat voor reden ook joods voelt en als zodanig aan gemerkt wil worden’.

ZONDAG 6 OKTOBER 1940 

  • Het Bristol Beaufort vliegtuig van de R.A.F. Costal Command laat vier bommen vallen in de haven van Stavoren. Er wordt geen schade aangericht.

MAANDAG 14 OKTOBER 1940

  • Op het Tjeukemeer wordt MI6 geheimagent Lodewijk Anne Rinse Jetze (Lodo) van Hamel met vier andere Engelandvaarders door de Duitsers opgepakt. Van Hamel is Tweede Luitenant ter Zee en geboren op 6 juni 1915 in De groep wacht op een watervliegtuig dat hen naar Engeland zal brengen. De vier medereizigers waren Mevr. G. Smit, prof. L. Baas Becking, J. Mesritz en J. Hers. Luitenant van Hamel had zijn netwerk van radioverbindingen gerealiseerd en moest terug naar Engeland. De Duitsers zijn hierover ingelicht en weten ieder in de kraag te grijpen. Wel weet een Engelandvaarder nog een zware koffer met geheime berichten van Van Hamel voor Engeland in het Tjeukemeer te gooien, maar de koffer met inhoud wordt door de Duitsers in het riet gevonden. Zijn pistoal lag boven op de koffer. Van Hamel was 28 augustus 1940 vanuit Londen bij Hillegom als eerste geheim agent geparachuteerd met een opdracht van de Nederlandse regering in ballingschap. Zijn piloot had zowel op 26 als 27 augustus het droppingsterrein niet kunnen vinden omdat hij door zoeklichten werd verblind. De opdracht voor Van Hamel was om een spionage-, inlichtingen- en radiozendergroep op te zetten. Vanaf de dropping tot nu had Van Hamel bijna alle dagen kontakt gehad met Engeland. De taak was goed volbracht en de groep kon met een watervliegtuig naar Londen komen. In Echtenerbrug hadden ze een bootje gehuurd voor enkele dagen om zogenaamd de vogeltrek te bestuderen. Er rezen wel vragen in het dorp want wat moet een dame in een bontmantel in een bootje op vogeltrek op het Tjeukemeer.

    De eerste poging was op 13 oktober 1940 maar het watervliegtuig kon niet landen, omdat er een laaghangende mist hing. Een dag later werd het weer geprobeerd maar nu hing er grondmist boven het Tjeukemeer. Dat gebeurde door officier-vlieger 2e klasse, piloot Heie Schaper uit Joure. Hij was ingedeeld bij no 320 Dutch Squadron van de Marine Luchtvaartdienst Squadron bij de RAF.  Schaper wilde nu niet meer voor de derde keer, omdat hij bang was dat het geluid van het watervliegtuig de Duitsers zou alarmeren. Onder grote druk is Schaper deze dag toch gegaan. Maar bij het neerkomen wordt het vliegtuig door de Duitsers van vele zijden beschoten. De navigator en de telegrafist zijn hierbij door Duitse kogels geraakt. Piloot Schaper draait en vliegt door met zijn Fokker T-8W naar Engeland. De machine werd door 40 kogels getroffen zonder onklaar te worden. Toen Schaper weer in Engeland landde, restte hem nog vijf liter benzine. Voor deze gevaarlijke tocht, die buiten hun schuld zonder succes verliep, ontving Schaper de Willemsorde. Verder werd aan de twee personen tellende bemanning een eervolle vermelding uitgereikt. Zij waren beiden lichtgewond geraakt. Het waren de navigator, officier vlieger Ritte en de korporaal, telegrafist en mitrailleurschutter Van Tongeren. Hamel en zijn groep waren al twee nachten gezien op het Tjeukemeer door de vrouw van een boer. Zij vertelde dat aan een bevriende politieman en die vertelde het weer door aan zijn chef die Duitsgezind was. De groep van Van Hamel is dus verraden door onvoorzichtig gepraat. De Duitse Contra-Spionagedienst kon hierdoor een valstrik zetten. De aanwezige Nederlandse politiemannen hebben de Duitsers flink geholpen bij het gevangen nemen. Een van deze politiemannen, agent Trijnus Hoekstra,  heeft nog vele jaren van zijn pensioen genoten in Balk *** Hoekstra weigerde de groep een half uur voorsprong te geven om te vluchten. De groep had hem verteld dat zij naar Engeland wilden vluchten. Maar daar Hoekstra geen boodschap aan. Na de arrestatie werd de groep naar Joure gebracht en daarna naar Leeuwarden, om van daaruit naar het Oranjehotel in Scheveningen te worden overgeplaatst. Daar is de groep lang en zwaar ondervraagd, maar niemand heeft iets losgelaten.
    Van Hamel had de pech dat hij een pistool bij zich had en in zijn vervalste papieren stond de geboortedatum van 29 februari 1915. Dat jaar was natuurlijk geen schrikkeljaar! Uiteindelijk is Van Hamel op 16 juni 1941 door de Duitsers op de heide in Laren doodgeschoten vanwege spionage. Zijn graf is te vinden op de erebegraafplaats in Bloemendaal. De andere groepsleden hebben geen doodstraf gekregen.
    Piloot Schaper tenslotte werd in 1956 de baas van de Luchtmachtstaf en in 1962 benoemd tot chef van het Militaire Huis van de Koningin. Schaper werd in 1956 de baas van de Luchtmachtstaf en in 1962 benoemd tot chef van het Militaire Huis van de Koningin. Hij overleed 26 mei 1996 in Den Haag.

    *** Trijnus Hoekstra werd in september 1946 veroordeeld tot 3½ jaar gevangenis met aftrek. Volgens de rechter had hij bewezen eigenlijk geen landverrader te zijn omdat hij nadien nog heel wat illegaal werk had gedaan, maar toch...

     

DONDERDAG 17 OKTOBER 1940

  • Het persoonsbewijs zal worden ingevoerd. Alle personen van 15 jaar en ouder worden nu over niet al te lange tijd verplicht dit persoonsbewijs te tonen als daarna wordt gevraagd. De verplichting werd met een leus gebracht: "Niemand mag niemand meer zijn maar iedereen moet iemand zijn". In dit bewijs krijgen Joden noch de letter J toegevoegd naast de pasfoto. Fotohuis Mandemaker in Balk maakte overuren omdat iedereen op de pasfoto moest. Het was zeer ongewoon  dat de fotozaak op Eerste en Tweede Kerstdag open was om de foto’s te laten maken.
  • Ook het gemeentepersoneel van Gaasterland maakte overuren. De persoonsbewijzen moesten gemaakt en uitgereikt worden. Vier secretarieambtenaren maakten zoveel overuren in hun vrije tijd dat zij gezamenlijk f. 150,00 uitbetaald kregen. Na verloop van tijd werden de persoonsbewijzen (PB) vervalst. Er waren drie manieren om de vervalsing te realiseren.
    1. Een bestaand persoonsbewijs vervalsen door er andere persoonsgegevens op te zetten. Daartoe werden deskundigen gevraagd zoals reclameschilders, scheikundigen en bouwkundige tekenaars. De foto’s werden aan de voorzijde heel voorzichtig afgekrabt en dan kwam er een nieuwe foto op. De achterzijde was vastgeplakt met een zegel en moeilijk te verwijderen zonder daarbij het zegel te beschadigen.
    2. Een andere vervalsingsmogelijkheid was om een volledig nieuwe vervalste en gedrukt persoonsbewijs te maken. Maar het persoonsbewijs was zo goed gedrukt dat een vervalsing door controleurs snel zou worden ontdekt. De kleur van de printinkt was altijd anders dan bij een echt PB en ook het papiersoort was anders.
    3. Een derde vervalsingsmogelijkheid was een echt PB zelf. Deze kwamen van meerdere gemeentehuizen. Een ambtenaar zocht in de kaartenbak of het woningregister naar namen van overleden personen waarvan de gegevens aardig overeenkwamen met de persoon waarvoor de vervalste PB bestemd was. De gemeenteambtenaar maakte dan het nieuwe PB aan en dan was de vervalsing uiterlijk niet te zien. Als de Duitsers wel naar het gemeentehuis ingen om het te controleren dan was het altijd juistt om alle verkeerde archiefkaarten weer uit het kaartensysteem van het bevolkingsregister te halen. Tenslotte moest er nog een zegel op een PB vervalst worden nadat elke jongeman met het geboortejaar vanaf 1920 tot en met 1924 had voldaan aan de verplichte opkomst voor de tewerkstelling in Duitsland. Het verkrijgen van een zegel is de reden geweest dat er door het verzet  overvallen op de gemeentehuizen plaatsgevonden om zelf aan PB’s en distributiekaarten te komen.
  • De burgemeesters van Gaasterland en Hemelumer Oldephaert en Noordwolde maken zich zorgen over het neerstorten van vliegtuigen en van bemanningsleden. In een krantenbericht roepen ze de bevolking op dit te melden.  Een beloning werd in het vooruitzicht gesteld.
    Er staat niet bij wat de Nederlandse of Duitsche instantie met de piloten gaan doen.

DONDERDAG 19 OKTOBER 1940

  • Burgemeester Schwartzenberg krijgt vandaag werkbezoek van de vertegenwoordiger van de Duitse Rijkscommissaris van Friesland, Ministerialrat Rosz. Hij is in gezelschap van de Staatsraad van Friesland. Het werkbezoek wordt afgesloten met een bezoek aan het werklozenkamp Elfbergen in Oudemirdum. 

VRIJDAG 20 OKTOBER 1940 

Kaas kan voortaan ook alleen maar worden verkregen via een bon.

MAANDAG 21 OKTOBER 1940

De leiders van de bibliotheken worden met ingang van heden verplicht om anti-Duitse literatuur achter slot en grendel op te bergen. Die boeken mogen niet meer worden uitgeleend. Binnen drie weken moeten de bibliotheekleiders een alfabetische opgave opsturen met de schrijversnamen, titel, plaats en uitgiftejaar.

DINSDAG 22 OKTOBER 1940

Winterhulp Nederland (WHN) wordt opgericht. Het doel is om in het bezette Nederland gebied levende armlastige Nederlandse staatsburgers – zonder onderscheid van politiek op kerk te maken – help en financiële steun te geven. De ontvangsten van de Winterhulp moeten worden gehaald uit collectes, (gedwongen) inhoudingen op salarissen, giften en loterijen. Van de bestaande Nederlandse sociale instellingen moesten de Duitsers niets hebben. Het moest allemaal naar Duits voorbeeld. De oprichting was voorbereid door het Duitse Ministerie van Propaganda om één organisatie te krijgen voor alle bestaande sociale organisaties van weldaden in Nederland met uitzondering van kerkelijke en particuliere organisaties.

Het moest worden gezien als een Duitse poging om de weldadigsheidsvoorzieningen gelijk te schakelen. Hier zat een nationaal-socialistisch denken achter dat het geven van hulp en financiële steun door het volk in al zijn facetten moest gebeuren. Eerst latr zou blijken dat Joden van Winterhulp zouden worden uitgesloten. De Winterhulp was dan ook een eenheidsorganisatie die opereerde met de leus : ‘Voor het Volk, door het Volk’. De werkwijze werd voor WHN dat zij met huis-aan-huis-lijsten en met klaverbladsymboolvoorziene collectebussen de straat opgingen. De collectant prees zijn artikel aan met molenspeldjes en  bootjes. Later kwamen daar oud-Germaanse symbolen en ornamenten bij. Er kwam een gebrek aan collectanten en daarom werden WHN-steunontvangers ook verplicht met de collectebus op pad te gaan. Winterhulp Nederland had het monopolierecht gekregen op het houden van collectes en weldadigheidsacties. 

DONDERDAG 24 OKTOBER 1940

Een aantal protestants-christelijke kerken protesteert bij rijkscommissaris Seyss-Inquart tegen het verbod tot aanstelling of bevordering van joodse nederlanders in het ambtenarenapparaat.

  • Jan de Vries, geboren in Ruigahuizen op 14 september 1915, begint aan zijn verzetswerk in Balk op aandringen van zijn pastoor uit Balk. Zijn ouders waren Auke de Vries en Baukjen Jongstra. Zijn echtgenote werd Hotske Boersma en het gezin kreeg zeven kinderen. Jan de Vries heeft zowel in Ruigahuizen als in Balk gewoond. Hij was tuinder van beroep en in Ruigahuizen had hij zijn werkterrein. Hij heeft de Tweede Wereldoorlog overleefd en heeft daarin heel veel verzetswerk verricht. Hij begint daaraan nu door gelden in te zamelen ter besteding aan mensen die die niet naar Duitsland wilden te werken. In 1942 begon hij de eerste onderduikers in Balk en omstreken onder dak te brengen. In 1942 werd hij opgenomen in het landelijk verbond van verzet. Hij ging hem nu bezig houden met de zorg voor het verkrijgen van bonkaarten, verdere hulp aan onderduikers en het verspreiden van illegale lectuur (Vrij Nederland en Trouw). In 1944 werd hij lid van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en assisteerde daarbij Benjamin Steegenga uit Balk.
    In dat jaar hield hij zich ook bezig met de sabotage aan dorsmachines en het vervoer van wapens. Hij zorgde voor de wapenopslag in de later door de Duitsers in brand gestoken boerderij van Louw Wildschut in Wijckel. Bij het gereedkomen van de boerderij van Louw Wildschut kreeg dat de naam ‘Gaestfjûr’. Jan de Vries was de bedenker van de naam. Hij was ook de bedenker van het opschrift ‘Fallen yn de striid tsjin ûnrjocht en slavernij. Dat wy yn frede foar rjocht en frijdom weitsje’. De tekst werd gebruikt op de toortsen naast de grafstenen van verzetshelden. Ook staat de tekst op de plaquette aan de muur van het gemeentehuis in Balk. In 1955 vertrok hij met gezin naar de Noordoostpolder. Eerst in 1982 kreeg hij het Verzetsherdenkingskruis opgespeld.

Overgenomen van www.spanvis.nl

DONDERDAG 30 OKTOBER 1940

  • De gemeenten krijgen schriftelijk bericht dat de Duitsers er geen bezwaar tegen hebben dat er kleine lichtjes (zoals kaarsen) worden gebruikt bij de Rooms Katholieke herdenkingsdagen van Allerheiligen en Allerzielen.
  • Burgemeester Schwartzenberg publiceert in de Balkster Courant een oproep tot het aanmelden van oorlogsschade. Dat kan zijn van zowel geleden schade door paarden in de wei als schaden boven de honderd gulden. Een bedrag beneden de honderd gulden wordt niet vergoed “tenzij de economische positie van de aanvrager zodanig is dat het gemiddelde weekinkomen minder bedraagt dan het bedrag van de geleden schade”. De aanvragen kunnen uiterlijk 6 november 1940 bij hem worden ingediend.

VRIJDAG  1 NOVEMBER 1940

De Spertijd wordt ingevoerd. Dit houdt in dat voortaan tussen 24.00 uur en 04.00 uur niemand zich in de open lucht mag bevinden. Ieder moet binnenblijven. Enkele beroepsgroepen worden uitgezonderd zoals artsen. De Duitsers verbieden ook het dansen.

ZATERDAG 2 NOVEMBER 1940

Grutterswaren komen op de bon. Twee dagen later worden eieren, koek en gebak via een bon verstrekt.

MAANDAG 4 NOVEMBER 1940 

  • Vlakbij Oudega drijft uit oostelijke richting een kabelballon langs het dorp. Het drijft maar een paar meter boven de grond en raakte het elektrisch net van het postkantoor. Eén van de palen knapte daarbij af en meerdere draden kwamen naar beneden. Kortsluiting was het gevolg. Gelukkig was de schade snel hersteld.

DONDERDAG 7 NOVEMBER 1940 

  • In Sloten is een marechausseekazerne gevestigd waarin de marechausseebrigade gevestigd is. Deze marechaussees zijn nu vertrokken en hun plaats werd ingenomen door een viertal Rijksveldwachters. Zij moeten waken over het gebied van Gaasterland en Sloten. De commandant blijft in Sloten gevestigd. 

VRIJDAG 8 NOVEMBER 1940 

  • De gemeente Gaasterland heeft geen gras laten groeien in de behandeling van de ingediende oorlogsschaden. Op 31 oktober 1940 was de kennisgeving gepubliceerd. Tot 7 november was er gelegenheid tot indiening en al op 8 november werd onderstaande lijst samengesteld.
OPGAAF OP 8 NOVEMBER 1940 VAN DE BIJ DEN BURGEMEESTER VAN GAASTERLAND INGEDIENDE NOTA’S ENZ. WEGENS GELEDEN OORLOGSSCHADE.
Naam Woonplaats Schade

Bedrag

Waterschap Zeven Grietenijen Lemmer Diverse f.585,50
W.Hepkema Wijckel Schade aan boerehuizinge
56 paarden in weiland,
Vermiste goederen
f. 48,75
f.280,00
f. 28,50
E. Ottema Nijemirdum Vermiste goederen f. 84,43
D.van Kammen en O.B.Eerdmans Bolsward Ontvreemde goederen uit zomerhuisje f. 34,60
G.Jans Rijs Ontvreemde goederen f. 89,50
R.K.School Bakhuizen Vermiste goederen f. 26,00
D. de Jong Bakhuizen  Vermiste gereedschappen, fietsonderdelen en damesrijwiel f. 32,00
Zuivelfabriek Balk Geleverde kazen f.329,58
R.Beintema Leeuwarden  Ontvreemde goederen uit zomerhuisje f.278,90
Hans de Jong Mirns en Bakhuizen 13-16 mei, 25 paarden in de wei
Jan Monkelbaan Mirns en Bakhuizen 13 tem 16 mei, 50 paarden in de wei
Joh.Konst Jzn. Mirns en Bakhuizen 13 tem 16 mei, 16 paarden
L. de Jong Mirns en Bakhuizen 13 – 17 mei, 70 paarden in de wei
Tjitte Sikkes Mirns en Bakhuizen 13 – 16 mei, 25 paarden in de wei
Gerke Hoekstra Mirns en Bakhuizen 13-16 mei, 58 paarden in de wei, Vernieling landbouwmateriaal
Sake Agricola Mirns en Bakhuizen 15 - 17 mei, 35 paarden in de wei
Klaas de Vries Mirns en Bakhuizen 13-16 mei, 50 paarden in de wei
A. Zalmstra Mirns en Bakhuizen 13-16 mei, 24 paarden in de wei
B. Sikkes Mirns en Bakhuizen 15 – 17 mei, 25 paarden in de wei
Eelke de Jong Mirns en Bakhuizen 15 – 17 mei, 8 paarden in de wei
Klaas van der Weij Mirns en Bakhuizen 13 – 16 mei, 26 paarden in de wei
S.Weitenberg Mirns en Bakhuizen 13-16 mei, 18 paarden in de wei, 1 fiets vermist f. 35,00
Jouke Draaijer Mirns en Bakhuizen 12 -17 mei, 50 paarden in de wei te Rijs, 65 paarden in de wei te Harich, 3 halsbanden vermist
S. Sijbrandij Mirns en Bakhuizen 14 – 16 mei, 40 paarden in de wei
Meine de Jong Mirns en Bakhuizen 14 – 16 mei, 20 paarden in de wei
Berend F. de Vries Mirns en Bakhuizen 15-16 mei, 15 paarden in de wei
M. Witteveen Mirns en Bakhuizen 13 – 16 mei, 20 paarden in de wei
Hendrik de Boer Mirns en Bakhuizen 13 – 16 mei, 25 paarden in de wei
Auke Tolsma Mirns en Bakhuizen 14 – 16 mei, 9 paarden in de wei
P. Bosma Wijckel
Jottje Smits Wijckel 4 dagen 20 paarden in de wei, 
H. Sijbrandij Wijckel 5 dagen 15 paarden in de wei
H. Visser Wijckel 3 dagen 35 paarden in de wei, 500 kilo hooi
F. Bosma Wijckel 7 dagen 10 paarden in de  wei
Jelte v.d. Goot Wijckel 6 dagen 35 paarden in de wei
U. Stoffelsma Wijckel 5 dagen 15 paarden in de wei
Tj. Rijpkema Wijckel 4 dagen 10 paarden in de wei
Pier Boersma Oudemirdum 11 tem 17 mei, 52 paarden in de wei
Sietze Bremer Harich 11 – 17 mei, 32 paarden in de wei f. 50,00
Douwe Schotanus Harich Paarden in de wei f. 70,00
Gj. P. Bergsma Harich 1 dag 15 paarden in de wei
A.B. de Boer Wijckel 5 dagen 10 paarden in de wei. Vernieling hooivork, paalwerk en gereedschappen f. 60,00
M. Boersma Harich 2 dagen 25 paarden in de wei f. 25,00
K.A. Dijkstra Harich 3 dagen 15 paarden in de wei
Wed.T.op de Hoek Nijemirdum Paarden in de wei f. 15,00
Wed. S. Hornstra Balk 4 dagen 20 paarden in de wei, Vernieling van een ladder, venster enz. f.100,80
M. Hospes Oudemirdum 5 dagen 18 paarden in de wei, Ontvreemde goederen f.105,00
J.W. de Jong Harich 5 dagen 26 paarden in de wei. Luchtband van mestkruiwagen vernield en 1 rijwiel vermist. f. 56,00
H.J. Mulder Oudemirdum 6 dagen 18 paarden in de wei f. 96,00
W.M. Smink Harich 6 dagen 34 paarden in de wei f.102,00
H.J.v.d. Veen Harich 47 paarden in de wei
K. Visser Oudemirdum 40 paarden in de wei. Vernielde juffers en en hekpalen.
Wagenaar en Stoker Oudemirdum 11 – 17 mei, 22 paarden in de wei f. 35,00
Botte v.d. Zee Oudemirdum 7 dagen 20 paarden in de wei f. 70,00
D.van der Zee Rijs 15 paarden in de wei, beschadigde kruiwagen f. 10,00
R.v.d. Meer Harich 11 – 17 mei 30 paarden. Beschadigde planken en vernieling door paarden in schuur f. 19,50
A. Huisman Balk Een raam en 2 lampen stuk f.   7,00
Wed. A. Breimer Oudemirdum Paarden in de wei f. 50,00
A.J.v.d. Meer Nijemirdum 1 dag 20 paarden in de wei f.   5,00
S.J.Agricola Mirns en Bakhuizen 2 dagen 30 paarden in het land
J.A. Konst  Mirns en Bakhuizen 11 – 17 mei, 15-18 paarden in het land
Jouke op de Hoek Rijs 19 paarden in de wei, Vermist landbouwmateriaal f. 30,00
A. Boonstra Balk Ontvreemde deken f. 12,50
Joh. Boelsma Wijckel 35 paarden in de wei f. 35,00
St. Muizelaar Nijemirdum Grasschade paarden in bermen f. 10,00
J. Bremer Balk 5 dagen 21-30 paarden in de wei. 2  dagen 5 paarden in de wei f.115,00
J.B. Albada Oudemirdum 14 – 16 mei, 26 paarden in de wei f. 39,00
Th.J. Visser Wijckel 4 dagen 6 paarden in de wei f. 12,00
H. Bakker Nijemirdum 4 dagen paarden in de wei
J.H. Mulder Oudemirdum 5 dagen 25 paarden in de wei
Mr. A. Haan Sneek 1 naaimachine vermist uit zomerhuisje Oudemirdum
Jacob de Vries Oudemirdum 1 rijwiel vermist
Roelof Duijster Ruigahuizen 1 rijwiel vermist
Bauke Witteveen Mirns en Bakhuizen 1 rijwiel vermist
H. Gijzen Mzn. Nijemirdum 1 rijwiel vermist
S. de Jong Rijs 1 rijwiel vermist
Korn. Schilstra Wijckel 5 dagen 5 paarden in weilanden
P.D. van der Zee Rijs 12 – 17 mei, 15 paarden in landerijen
Hendrik Thibaudier Bakhuizen Geleverd: 17 pakken stro en 800 Ko hooi
S. Albada Harich 5 dagen 20 paarden in landerijen
A.A.C. Mous Bakhuizen Schade aan luxe auto
Frans v.d.Werf Bakhuizen 12 tem 16 mei, 40 paarden in landerijen. Vernieling stek en 3 betonpalen.
Age Knossen Wijckel 1 ladder vernield
L. Wildschut Wijckel 5 dagen 25 paarden in landerijen
H. Hielkema Harich 11-17 mei, had 28-32 paarden in landerijen
Aise de Jong Harich 6 dagen 34 paarden in weilanden. Geleverd brandhout. Nieuwe motor tbv waterafvoer f.   5,30

f.128,75

Jan de Kroon Mirns Gehuurde bermen door Duitsers gemaaid. Tevens grasschade door paarden f. 17,00
E. Regeling Wijckel Duitsers hebben zijn smederij gebruikt. Loon wel doorbetaald aan knecht die niet kon werken. Stenen zijn vernield en er is muurschade veroorzaakt door aanbrengen van krammen.

 

ZATERDAG 9 NOVEMBER 1940

  • In de Balkster Courant werd bekendgemaakt dat alle vergaderingen van politieke aard vanaf deze dag landelijk verboden zijn. 

MAANDAG 11 NOVEMBER 1940 

  • In zijn dagboek schrijft Hâns van Siebren Atzes Samplonius uit Sondel: ‘Deze week de verduistering gereed’.
  • De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente in Oudemirdum draagt ouderling D. Tuinier op om voor verduistering van de kerk zorg te dragen, daar men met de avonddiensten geen last met de politie wenste te krijgen.

DINSDAG 12 NOVEMBER 1940 

  • Burgemeester Schwartzenberg maakte bekend dat er door ieder een rijwiel in ontvangst kan worden genomen. Maar dat moet het oude rijwiel wel zijn gevorderd door de Duitse Weermacht en mag men er geen vergoeding voor heeft gekregen. 

MAANDAG 18 NOVEMBER 1940 

  • In de nacht van maandag 18 op dinsdag 19 november 1940 wordt geheimagent Cornelis Henderik (Kees) van Brink geparachuteerd in Kippenburg. Hij vindt onderdak bij Harmen de Jong , politieman, in Oudemirdum en gaat van daaruit radioberichten verzorgen via zijn geheime zender. Harmen de Jong heeft zich in een officieel proces-verbaal verantwoord na de oorlog op 5 juli 1945. Hij schrijft hierin dat in de nacht van 22 op 23 november 1940 C.H. van Brink bij hem op de deur klopte met de mededeling dat hij zojuist met een Engels vliegtuig was geland. Er is dus verschil in datum. Het gehele verhaal hierover is opgenomen in het hoofdstuk over Personen.  

VRIJDAG 22 NOVEMBER 1940 

  • In het Leeuwarder Nieuwsblad van 22 november 1940 verscheen een artikel over een “Jeugdoorlog” in Gaasterland.

“We schrijven het jaar 1940 en ... ‘t was oorlog tusschen Ruigahuizen—Balk en Lorbuorren Harich, althans de jeugd voerde krijg, zeker geïnspireerd door de oorlogswoede, die thans over Europa heerst.  Zaterdagmiddag j.l., zoo vertelt „ De Zuidwesthoek”, is er een slag geleverd bij  de Balkster kei, waar een treffen plaatsvond. Onder veel getier, de jeugd eigen, gewapend met houten sabel, klappertjespistool enz., voorzien van blikken helmen, waarvoor oude pannen werden gebruikt en wat niet al, zagen we ze zaterdagmiddag trekken.

De broekzakken werden bij de opslag op de Kippenburgsterweg vol geladen met grint en zo ging het op de vijand af, 8 man te voet 2 reeds per fiets vooruit. Bij de Balkster kei op de oude Balksterweg kwam het tot een treffen, enkele Balkster jeugdige broekjes, plus die van Lorrebuorren, waren hier als vijand aanwezig. Naar we vernemen is 't er nog al Spaans toegegaan en moesten enkele ‘soldaten” met bebloede  koppen huiswarts keren. Waterlanders kwamen er ook al aan te pas, doch niettegenstaande dit laatste beweerden beide partijen, dat zij gewonnen hadden. Naar we beluisterden zal 't nu zaterdag weer los, doch dan in groter formatie. ‘t Is misschien beter, dat de veldwachter een oogje in 't zeil houdt en ze maar huiswaarts jaagt, voordat er in 't vuur van de krijg erger dingen gebeuren”. 

VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940 

  • Politiecommandant Wietze Hoving rapporteert aan burgemeester Schwartzenberg dat er een controle gehouden is bij de zilver- en goudsmeden in deze gemeente. Er is gecontroleerd op de aanwezigheid van broches en spelden waarop de afbeelding van Hare Majesteit de Koningin Wilhelmina is aangebracht. 

VRIJDAG 29 EN ZATERDAG 30 NOVEMBER 1940 

In alle gemeenten wordt de eerste collecte gehouden voor Winterhulp Nederland. De burgemeesters werden ambtshalve aangesteld als plaatselijk directeur. De Stichting WHN (Winterhulp Nederland) was door Rijkscommissaris Seys-Inquart ingevoerd. In Duitsland was het ‘Winterhilfswerk’ een succes geworden. Uit de opbrengsten van de straatcollecten en de huis-aan-huis-collecten zou dan door de Duitsers materiele hulp verleend worden aan gezinnen die zulks nodig hadden. Niet alle Nederlanders hadden precies door wat de Duitsers met deze WHN wilden. Eerst na de oprichting van de NVD (Nederlandsche Volksdienst) in juli 1941 werd de doelstelling van WHN eerst volledig duidelijk. Deze oprichting was een completering van WHN en een annexatie van de al bestaande Welzijnsinstellingen. Het giet de Duitsers om de nazifisering van het sociaal-maatschappelijk werk. Als slagzin werd gekozen: “WINTERHULP VOOR HET VOLK, DOOR HET VOLK”.
Als gevolg van de nationaal-socialistische rassenleer kwamen de gehandicapten en de bejaarden niet voor de WHN hulp in aanmerking. Zieke mensen kwamen in aanmerking maar alleen als zij ‘ariër’ waren.  De gevolgen van het uitgiftebeleid werd nu ieder duidelijk en er kwam nog meer chronisch gebrek aan collectanten. In Friesland stond een provinciaal-directeur aan het hoofd van de organisatie WHN. Onder hem stonden de burgemeesters om de collecten uit te voeren. In gemeenten onder de tienduizend inwoners werden de burgemeesters ( als het goede voorbeeld) benoemd tot ‘buurtschapshoofd’. Met uitzondering van de gemeenten Vlieland en Terschelling hebben alle gemeenten meegedaan aan de collecten.

In Balk probeert Keimpe de Vos zoveel mogelijk collectanten te krijgen. Onder anderen Berend Bakker uit Balk doet mee want hij mocht – naar hijzelf zegt – tien procent van de opbrengst zelf houden. Hij en anderen hadden het verkeerde nog niet in de gaten. Een voorbeeld daarvan is het gedicht van drukker/uitgever Johannes Hoekstra uit Koudum in zijn rubriek Sprankelingen uit de Balkster Courant van november 1940.

SPRANKELINGEN 263
Winter hulp

Kent gij rijke, wel de nooddruft,
Die Uw medebroeder drukt.
Als in 't koude jaargetijde
Hij door zorgen gaat gebukt ?

Weet gij, dat bij barre koude,
Hij zich niet verwarmen kan?
Als het vuur ook in de kachel
Doofde, van zoo'n arme man?

Weet gij, hoe hij zich moet voelen,
Als de honger hem ontzettend plaagt.
En wanneer een kindermondje,
Hem ook dan om eten vraagt ?

Als in ziekte en in lijden,
Hij 't versterkend voedsel mist.
Wilt dan helpen: 't is Uw naaste,
Hebt g' u daarvan vergewist ?

Winterhulp: het is geen phrase,
Winterhulp is noodig vaak.
Geeft dan mild, ook straks uw gave,
Ja, doe 't goed en doe het raak !

De opbrengsten van de Winterhulp werden uiteindelijk zo laag, dat de pers opdracht krijgt geen vergelijkingen te trekken met andere collecten die vroeger gehouden werden. De Sicherheidsdienst sprak zelfs van een fiasco.

EIND DECEMBER 1940

  • De tweede collecte voor Winterhulp Nederland wordt gehouden. De opbrengsten van de twee collectes van gemeenten in de Zuidwesthoek van Friesland worden gepubliceerd.
Collecte   Collekte    
  Gemeente   November   December    
Gaasterland f. 140,09 f. 125,73
Hem. Oldephaert ca f. 206,48 f. 204,92
Hindeloopen f.   35,37 f.   16,76
Lemsterland f. 173,15 f. 496,97
Sloten f.  30,15 f.  37,54
Sneek f. 629,19 f. 480,22
Stavoren f.   52,57 f.  31,96
Workum f. 107,48 f.  76,70
Wymbritseradeel f. 218,53 f. 220,91
IJlst f.   41,04 f.  20,38

WOENSDAG 4 DECEMBER 1940

  • Iedere bezitter van een één of meer paarden (geen hengsten) die drie jaar of ouder zijn, moet deze morgen om negen uur op Kippenburg aanwezig zijn om de paarden te laten keuren. De bedoeling is om de goede paarden af te staan aan de Duitsche Weermacht. Bezitters die niet verschijnen, zijn strafbaar. Deze opdracht is gegeven door het Rijksbureau voor Voedselvoorziening voor Friesland, afdeling Veehouderij. De keuringskosten worden bij de gemeente Gaasterland in rekening gebracht. Ook veehouder Louw Wildschut uit Wijckel had een oproep gekregen om met een paard te verschijnen. Hij nam zijn "oude bruine" mee. Onderweg had hij twee keistenen gepakt. Hij tilde één van de benen van zijn paard op. Hij gaf toen met de stenen - aan weerszijden van het hoefijzer één - een geweldige klap met het gevolg dat het paard in één keer kreupel was. Bij de keuring kon hij direct weer naar huis want met zo'n paard konden ze niets beginnen. Thuisgekomen haalde Wildschut het hoefijzer er direct af en het paard liep weer als vanouds.
  • DONDERDAG 5 DECEMBER 1940

 Het eerste Sinterklaasfeest tijdens de Duitse overheersing. Dit is het eerste spotversje:

 Zie de maan schijnt door de bomen
Makkers hoort het wild geraas
De R.A.F. is weer gekomen
Die is in de lucht de baas
Vol verwachting klopt ons hart
Wie de koek krijgt, wie de gard
Hitler heeft de strijd gestart
Maar aan ‘t eind krijgt hij de gard.

VRIJDAG 6 DECEMBER 1940

  • Willem van der Tempel uit Tacozijl is de enige paardeneigenaar die 4 december j.l. niet meer zijn paard of paarden op Kippenburg verschenen is. Hij moet nu vandaag verschijnen om uiterlijk tien uur in Sneek. De politie heeft hem vijf december een dwangbevel overhandigd.

MAANDAG 9 DECEMBER 1940

Er zit een veevordering aan te komen voor de Duitsers. De beesten moeten uiterlijk 28 februari 1941 aangeleverd worden. Dat is natuurlijk een aanslag op het particuliere eigendom en de consequentie van de Edelgermaanse roverspolitiek.

  • Tegenover de fabriek De Volharding in Balk is vanaf tien uur een begin gemaakt met de hooivordering. De organisatoren waren bang dat deze zaak misschien uit de hand zou lopen. Zij hadden aan burgemeester Schwartzenberg schriftelijk gevraagd om ‘eenig politietoezicht’. Op advies van burgemeester Schwartzenberg is de heer S.D. de Vries uit Balk, rustend veehouder en oud-wethouder – aangesteld als hooitaxateur.

ZONDAG 15 DECEMBER 1940

  • De rantsoenering wordt aangescherpt op electriciteit en gas. 

WOENSDAG 18 DECEMBER 1940 

  • Meine Feenstra, geboren 6 november 1874 in Wijckel, overlijdt om 17.00 uur in zijn Duitse woonplaats Solingen aan maagkanker. Hij was hier voorman van beroep. Zijn ouders waren Wiebe Douwes Feenstra en Willemke Meines Hottinga. Meine was in Duitsland getrouwd met Johanne Mathilde Bäumtgen. Zij was op 13 september 1874 in Solingen-Wald, geboren waar ze ook overleed op 17 december 1939 om 10.30 uur.  Zij zijn begraven op de Evangelische Begraafplaats aan de Wiedekamperstrasse in Solingen, rij I-1-29 en 30. Als Godsdienst stond bij beide Evangelisch genoteerd. Na de oorlog stuurt het Rode Kruis op 21 juni 1946 het overlijdensbericht aan de gemeente Gaasterland.

DONDERDAG 19 DECEMBER 1940

Twee Nederlanders krijgen vandaag voor de Nederlandse Rechtbank te horen dat het doodvonnis tegen hen wordt uitgesproken. De uitvoering daarvan heeft nooit plaatsgevonden. De bedoeling was deze uitspraak schrik in Nederland teweeg zou brengen.

ZATERDAG 21 DECEMBER 1940

  • In Gaasterland zal ook de hoop op een snelle bevrijding van de Duitsers steviger wortel schieten. Amerika besloot namelijk om zeventig procent van zijn vliegtuigproduktie aan Engeland beschikbaar te stellen.

MAANDAG 23 DECEMBER 1940

  • Burgemeester en wethouders van Gaasterland verkopen ongeveer 200 m3 dennen- en berkenhout aan de autobusonderneming Firma M. de Boer en Zoon. De Firma de Boer gaat dat hout gebruiken voor houtgasgeneratoren waarmee een of meer van hun autobussen moet worden uitgerust. De gemeentelijke bosbaas heeft 150,5 m3 hout gekapt voor een officieel getaxeerd totaalbedrag van f. 460,00.

DINSDAG 24 DECEMBER 1940

De Duitsers hebben nog steeds angst voor postduiven als mogelijke medewerkers aan spionage. Kennelijk hebben zij aanwijzingen dat er postduiven als berichtenkoeriers actief zijn. Het is opmerkelijk te lezen dat zij nu niet meer over postduiven schrijven maar over ‘berichtenduiven’. In de Leeuwarder Courant van vandaag staat dat de Duitsers nu ook sierduiven willen aanpakken. Alle bezitters daarvan moeten uiterlijk 31 januari 1941 zich aangemeld hebben als lid bij de organisatie van de Nederlandse Bond van Sierduivenfokkersverenigingen. Maar eerst moeten zij uiterlijk 15 januari 1941 een lijst hebben opgestuurd met alle vogels die zij bezitten. Daarbij moet genoemd worden: Ras, ringnummer van de vaste voetring, kleur en de vermelding of het een mannetje is of een vrouwtje. Er zal streng gecontroleerd worden. De Duitsers gaan zelfs zo grondig te werk dat zij zeven soorten duiven onderscheiden

Groep I. Kleurduiven.
Groep II. Kip-,wrat- en vleeschduivenrassen.
Groep III Kropperrassen.
Groep IV Structuurduiven.
Groep V. Ruimelaarrassen.
Groep VI. Postduiven.
Groep VII. Alle kruisingen, van welken aard ook.

EIND DECEMBER 1940 

  • Het jaar 1940 is niet voor iedereen kommer en kwel geweest. Gaasterland is en blijft een rustig vakantieoord zelfs in oorlogstijd. Onderstaand een letterlijk overgenomen gedeelte uit het jaarverslag van de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Gaasterland.

,,Een veelbewogen jaar dat zeker lang in onze herinnering zal blijven. Vreemdelingen kwamen vlak voor de Pinksterdagen – en meer dan men wenste – doch gelukkig duurde dit bezoek maar kort en keerde de rust in onze vredige gemeente  spoedig terug. Wij leefden weer voort onder de machtigen indruk die de oorlog in ons land in zijn geheel teweegbracht. Gelukkig zagen noch hoorden wij verder veel van het krijgsrumoer dat wel een tegenstelling is met onze streken in ons dierbare vaderland die zwaar geteisterd werden. Dat het hier rustig was bleek wel uit het feit dat er in de vakantie een enorme toeloop naar Gaasterland was. Oudemirdum, het dorp met de meeste pensiongelegenheid, kon de gasten soms maar nauwelijks bergen.

DINSDAG 31 DECEMBER 1940

  • De gemeente Gaasterland maakte de bevolkingsaantallen bekend. Er waren 3028 mannen ingeschreven en 2996 vrouwen. In totaal 6024 personen.