Meester Bubberman

TEUNIS BUBBERMAN 1902 - 1971

 In 1922 kwam Teunis Bubberman in Bakhuizen vanuit Rotterdam. Hij werd onderwijzer aan de Protestantse school van de klassen 3,4 en 5. Meester Schurink en later meester Twerda gaf les aan de klassen 6,7 en 8. Hij vertrok in 1956 om hoofdmeester te worden in het Groninger Godlinze. Na zijn pensionering in 1969 vertrok hij met zijn echtgenote naar ’t Harde op de Veluwe waar hij twee jaar later overleed.

In het archief van de Vereniging Friesland 1940-1945 bevindt zich –onder nummer 870 - onderstaande correspondentie tussen de genoemde Vereniging en Bubberman. In dit archief bevindt zich een vragenformulier met daarbij een persoonlijke toelichting van Bubberman.

Deze beide documenten zijn voor de leesbaarheid hierbij tot één document samengevoegd. Deze correspondentie geeft mede inzicht in toestand van de illegaliteit in Bakhuizen.

“Bakhuizen, 8 november 1945.

Zeer geachte Heer.

Hoewel het niet veel te betekenen heeft, zend ik u hierbij een overzicht van mijn illegale loopbaan.

Thans neem ik de vrijheid, mede door de tekening ,,Krijgsgevangenen komen terug”, een enkele opmerking te maken. Dat er met klem geprotesteerd wordt tegen de houding ten opzichte van de teruggekeerde krijgsgevangenen uit Duitsland, akkoord! ’t Zou misschien dienstig zijn om de verantwoordelijke personen weg te zuiveren. Maar houdt deze houding nu in dat de teruggekeerden uit onderduikerschap ook zo behandeld moeten worden? ’k Krijg soms de gedachte dat deze mening naar voren komt. En zie, ik vraag mij af, of dit de juiste houding is, want hoe moet het dan met de L.O.-werkers? Zelf had ik aan ’t begin van de oorlog 3 goede en 1 oude fiets, alle met beste banden. En nu? nog maar 1 goede fiets en 3 rammelkarren! Banden: nog 1 bruikbaar (?) paar. Als ik niet spoedig banden krijg, zal ik gedwongen worden om mijn dochtertje van de muloschool te nemen.

Hoeveel heb ik niet vóór en dóór het illegale werk door weer of geen weer gefietst. Mijn kleren zijn er ook niet beter door geworden. Ik ben wel doornat, dik met modder bespat thuisgekomen. En zo zijn er zovelen van de illegale werkers!! Deze categorie mensen komt er dan toch zeker ook voor in aanmerking. En hoewel het recht en billijk is dat er rekening gehouden wordt met hetgeen zij gedaan hebben, vragen zij toch een ,,bevoorrechte” positie ten opzichte van de andere burgers. Maar, volgens mij, dan ook niet de teruggekeerde krijgsgevangenen uit onderduikerschap! Of is het dan toch waar wat mij eens toegevoegd is: ,,Nu ja, jullie deden het vrijwillig, maar de anderen op bevel van de regering uit Engeland” en dat op zo’n toon alsof het laatste ,,hoger” stond dan het eerste.

Hoogachtend
Bubberman
Bakhuizen
Gaasterland

Naam en voornamen
Bubberman, Teunis

Geboortedatum
21 november 1904 te Rotterdam

Woonplaats
Bakhuizen MB 297

Burgerlijke staat
Gehuwd en 5 kinderen

Beroep
Onderwijzer

Godsdienst
Gereformeerd

Genoten onderwijs
Lager Onderwijs en Kweekschool

Houding echtgenote ten opzichte van het werk
Omdat zij lichamelijk niet in orde was, heb ik haar eerst niets verteld; later kwam zij er toch achter omdat de L.O.-vergaderingen steeds bij mij aan huis plaatsvonden. Nooit geen tegenwerking gehad. Dé steun ontving ik toen zij mij even mocht bezoeken te Stavoren, nadat ik door de Grünen van het bed was gehaald.

Houding familie
Daar deze in Holland woont, sprak ik er niet over. Mijn broer te Delft, L.O. werker, leider knokploeg, sabotageploeg, strijdend gedeelte N.B.S. hiervan uitgezonderd.

Begin illegale arbeid
Het begin was in 1941 voor “Vrij Nederland” totdat er tegen mij gezegd werd: ‘Stoppen, want je naam wordt teveel bekend’. In de zomer van 1943 ben ik weer aangezocht. Door omstandigheden kwamen 2 personen (van der Helm en Boonstra) eerst enige maanden later om de kwestie verder te bespreken. Vanaf einde 1943 tot aan het einde van de oorlog heb ik actief deelgenomen aan alle N.S.F. en L.O. werk met tevens de afdeling Sociale Zorg.

Motief waarom ik illegaal werk ben gaan doen
Meng principe, rechtsgevoel, geloofsovertuiging enz. door elkaar en u weet het. Voor mijn gevoel was en is geloofsovertuiging het voornaamste motief en het tweede daaraan gelijk is het rechtsgevoel.

Voor het illegale werk gevraagd door
Boonstra, Joure, F. Mous, Bakhuizen en K. van der Helm, Leeuwarden.

Hebt u anderen gevraagd om illegaal te werken
J
a, bij het vormen van de groep Bakhuizen. Ook Mej. G. Postma heb ik gevraagd.

Had dit resultaat  en zo ja, waarvoor
Ja, bij Trouw.

Wat was uw illegale taak:
Plaatsvervangend hoofdcontact; laatstelijk hoofdcontact.
Verspreiding van Trouw
Plaatsen van onderduikers en hen voorzien van kaarten, zo nodig van kleding en geld.
Verzamelen van geld voor de L.O. en spoorwegbeambten.
Sociale Zorg: extra levensmiddelen in gezinnen die het nodig hadden (adressen o.a. van doctoren en diaconie)

Wie was uw naaste contact:
B.H. Steegenga, Balk. Genabuurd rayon: S. Sijtsma te Hemelum.

Was u ondergedoken
Ja, 2 weken bij L.J.D. Stuip in Bolsward. Hierna naar huis en op aanraden van “hoger” hand tot aan de bevrijding nachts bij R. Beintema in Rijs geslapen. In augustus 1944 en maart 1945 ben ik enige tijd ondergedoken geweest, (beide keren ruim een week). Ik heb bij familie en vriend gelogeerd, dus gratis. Ik leefde daarbij steeds onder eigen naam.

Waarom ondergedoken
Maart 1945 door SD van bed gelicht. Ja, bij het vormen van de NBS-groep illegaal gegaan.

Aantal onderduikers die ik verzorgde
1 gezin van 7 personen verzorgde ik financieel. De bonnen waren zo geregeld.
7 jongens uit Friesland
4 jongens uit Holland
1 Jood uit Amsterdam (een Joods gezin, 6 personen voor sociale zorg)
4 keer onderduiker tijdelijk in huis gehad (1 drie dagen, 2 twee weken en 1 twee maanden). Na de bevrijding blijk van waardering: door ’t dorp. Een paar dagen na de bevrijding: inhuldiging groep NBS’ers uit het dorp en ondergrondse werkers. Verder alleen van de Joden!!!. Het joodje dat ik geheel verzorgde schreef mij enkele keren, en de vader van het Joods gezin verleent zijn volle medewerking in mijn pogingen om een betere werkkring te krijgen.

Heeft u valse persoonsbewijzen verstrekt
Ja, plusminus 5.

Heeft u persoonsbewijzen gewijzigd of laten wijzigen
Ja, plusminus 10 met vingerafdrukken. Het waren officiële papieren van de gemeente Delft voor verlies van persoonsbewijzen.

Hoeveel bonkaarten
Plusminus 12 uit Balk.

Hebt u geld ingezameld en hoeveel
Ja, via B.H. Steegenga in Balk. Voor de Illegale Pers f. 300,00 en voor het B.B.C.-nieuws plm. f. 100,00 Door de L.O.-commissie in Bakhuizen werden plm. 70 onderduikers van bonkaarten voorzien. Er werd plm. f. 19.000,00 opgehaald en plm. f. 16.600,00 uitgegeven.

Hoeveel voor LO en NSF voor 1 april 1944
Plusminus f. 5000,00.

Hoeveel na die datum
Plusminus f. 100,00.

Gearresteerd
In de nacht van 14 op 15 maart 1945 ben ik door de Grüne Polizei uit Stavoren uit bed gelicht. Twaalf man om huis en 5 man er in met speurhond. In dezelfde nacht is Joh. Wiersma van bed gehaald. Hij had pracht werk voor de onderduikers gedaan, maar door omstandigheden op non-activiteit geraakt.

Ervaringen
Bij ’t verhoor bleek dat ze verschillende dingen precies wisten, zodat ik (alsmede ook de andere comitéleden te Bakhuizen) overtuigd ben dat er verraad is geweest. Maar wie?? Ik had geluk om de feiten te kunnen toegeven en er een andere draai aan te geven. Toen ze o.a. zeiden: ,,U haalt aan het eind van de maand geld op”, kon ik zeggen: ,,Ja, voor de kerk, ga maar informeren”. Eten kregen wij niet! (Daar moest de familie voor zorgen).

Toch speelde één der Grünen ons een kop koffie en een bord middageten toe, nadat hij zich er eerst van overtuigd had dat niemand van zijn kameraden het zag. De kamerwacht liet mijn vrouw 5 minuten toe, hij maakte er anderhalf uur van. De tweede middag moesten wij fietsen schoonmaken. Wij maakten een praatje met twee nieuwe arrestanten. De wacht die er bij was zei eerst niets, maar kwam later naar ons toe en zei: ,,Ga nu bij elkaar vandaan, want straks word ik afgelost en de nieuwe is een gemene, die vertelt alles over; als die nu gehoord had wat jullie vertelden, dan stond het er niet best voor”. Dit zei hij in behoorlijk Hollands!! Toch hadden wij zacht gesproken. Eén onzer vroeg: ,,en U, zegt U wat?” ,,‘k Ben lang in Holland geweest en ik zal geen Hollanders verraden” was het wederantwoord.

’s Avonds kreeg ik het tweede verhoor. Onder bedreiging van verder transport, andere middelen om te spreken, kogel, moest ik vertellen! ‘k Wist natuurlijk van niets! Het slot was: ,,U kunt naar vrouw en kinderen gaan, vertel ons wie dan wel de ondergrondse in Bakhuizen is!”. ,,Dat weet ik niet”. ,,Dat lieg je! In een dorp weten ze alles!”, ,,en U weet dat ze niet in een dorp kletsen”. ,,Ga weg stijfkop, morgen naar Sneek, daar zullen ze het wel uit je krijgen”. Nauwelijks had ik mij omgedraaid of ik hoorde: ,,Je kunt naar huis gaan! Maar houdt op met dat ondergrondse werk. Begrepen? “Eén moment staarde ik die lui aan maar repliceerde: ,,Graag naar huis.

Maar ophouden doe ik met niets. Al het werk dat ik gedaan heb blijf ik doen. Met ondergronds werk heb ik mij nooit beziggehouden, dus daar kan ik niet met ophouden”. ,,U kunt gaan”. En ik ging. Hard was het dat Joh. Weersma achterbleef. Deze werd de volgende dag naar Sneek gebracht, maar kwam een week later terug. Nauwelijks was ik buiten of ik kreeg een verzoek om een ondergronds bericht door te geven en met het werk ben ik tot de bevrijding door blijven gaan. Een week ben ik van huis geweest en heb na terugkeer bij een ander geslapen. Dit is in het kort mijn ervaring als gevangene.

Omgekomen vrienden
Enkelen waarmee ik in nauwer contact ben geweest zijn omgekomen:
Boonstra (uit Joure?).
Krijn van der Helm, Leeuwarden.
Gerben Ypma, Leeuwarden. Vermoord in Koudum.
Jacobus Boomsma, Sondel. Doodgeschoten te Sneek
Sijtsma, Hemelum. Hij is in de nacht voor de bevrijding van Heerenveen uit Crackstate door de landwacht meegenomen (met een zekere Ens) en beiden zijn beestachtig neergeschoten. Daar ik vermoed dat deze gevallen bij u bekend zijn, behoef ik er niet verder over uit te weiden. Voor zover mij bekend, maakt de familie van deze slachtoffers het goed en wordt er voor de betrekkingen gezorgd.

Epiloog
Ik ben nu weer met mijn gewone werk bezig. Andere ambities heb ik niet. Wel zou ik gaarne van standplaats veranderen door als hoofd benoemd te worden in of bij een grote stad en dan het liefst in Holland. Mijn kinderen worden groter en studiegelegenheid is hier niet. Tot dusver hebben mijn sollicitaties geen succes gehad mede door de feiten dat Bakhuizen zeer ongunstig ligt ten opzichte van het verkeer en dat ik geen ,,kruiwagen” heb. De laatste jaren heb ik, in verband met het schoolverzet, niet gesolliciteerd, daar ik mijn schoolbestuur geen last wilde veroorzaken. Inmiddels ben ik 5 jaar ouder geworden, dus kom ik in een leeftijd waardoor de sollicitatiekans ook kleiner wordt. Zo U iets voor mij kunt doen, dan gaarne. Inlichtingen over mijn persoon en werk worden U gaarne door de Heer T. Haitjema te Hemelum verstrekt”.