In het archief van de redactie van het boek ,,Gescheurd Land” bevinden zich een zestal handgeschreven gespreksnotities in telegramstijl. Deze aantekeningen zijn te waardevol om niet in zijn geheel letterlijk te vermelden
I. VERKLARING MEVR. VAN HOUT-ACKERMAN
Joop Schweitzer opgeroepen voor arbeidsinzet. Zat ondergedoken in Elahuizen. Joop † . → herkend door een landwachter. ’s Avonds verhoor van Fam. Schweitzer. De volgende dag Mevr. De Boer (bakker) met broodje→fam. Schweitzer. Wilde zeggen dat ze niets hadden losgelaten. (niet wie het valse Persoonsbewijs geleverd had en niet waar hun zoon zat). Later op de ochtend kwam Hoving met het nieuws van de dood van Joop. Van Hout moest maar even weg. Ongeveer een week bij de schoonfamilie in Aalten.
Joodse vrouw in verwachting. Zat ondergedoken bij (?) (zuster van Van der Wal, boerderij). Van der Wal stelt voor het kind bij Mevr. Van Hout geboren te laten worden. Mevr. Van Hout durft dat niet aan. Dr. v.d. Bijlaard zou de bevalling doen.
Aug ’44. Razzia’s Grüne.
Van Hout voor de veiligheid een paar dagen thuis. Mevr. Van Hout niet; terwijl ze aankomt lopen een zijspan van de Grünen voor de deur. “Weet u ook waar Van Hout woont?” Nee !
Mevr. Van Hout liep door en via de heg met met de buren het huis in. Van Hout weg naar Van der Wal (gemeentesecretaris). Zijspan komt bij Van der Wal. Persoonsbewijs van opgepakte jongeman wordt in gemeentehuis gecontroleerd.
II. VERKLARING GROEPSCOMMANDANT W. HOVING
Details 1e overval op S. de Jong.
’s Ochtends bij Hoving in Harich 6 man en 1 off. Duitse SD. Hoving wordt opgebeld door T. van Hout. Duitsers zoeken naar een De Jong. T. van Hout spit kaartenbak door. Hoving op weg naar gemeentehuis. Rustig tempo. Waarschuwt Mevrouw Schwartzenberg. Arriveert dan op gemeentehuis. Delibereren nog een poosje. Ties van Hout doet het woord. ,,De Jong, Ehemalichen reserve-officier Niederländische Armee”. Hoving vertrekt lopend met fiets aan de hand – Overvalwagen erachter. “Hier is het, heeft u mij ook nodig?”
Kennismaking met Duitse commandant Stoel uit Sneek in maart 1943. Stoel blijft bij Hoving eten. ,,Weet jij dat het hier vol zit met Joden?”.
,,Daar bemoeien wij ons niet mee. Ze worden immers als beesten behandeld”.
Laatste oorlogswinter.
Werd wakker gemaakt door opperluitenant Stoel. Kijkt boven uit raam en ziet Stoel met Duitse officier. Om halftwee ’s nachts. ,,Wil jij even beneden komen?” Ze moesten de Heerenweg hebben. Hoving wist van niets. Dat moest wel want ze hadden een arrestant die dat verteld had dat daar wapens waren. (Jeen Hornstra?). In een schuur. Hoving verzwijgt dat er een Heerenhoogweg is. SD Oberleutnant vraagt aan Stoel of Hoving betrouwbaar is. ,,Ja”. Hoving krijgt pond echte pijptabak van de SD’er. (Rookt u die rotzooi?).
Winter 1944. Bangma t.o.v. Wytlânsdykje. Boer doet aangifte van diefstal in Nijemirdum. Spek en boter. Hoofd Ringnalda van de school in Nijemirdum heeft ’s nachts een Duitse auto gezien. Hoving maakt rapport. Zaak voor Feldgendarmerie. Hoving moet alles persoonlijk naar Leeuwarden brengen. Wordt uitgekafferd. Zondagmorgen 8 uur Koerselman klaar met vertaling. Oberluitnant Feldgendarmerie in Leeuwarden is zeer vriendelijk. ,,Dat had toch ook niet gehoeven?” Hoving: ,,Befehl ist Befehl”. Duitser biedt hem lift aan naar Sneek.
Hoving: ,,Nein, danke.” Feindliche Flugzeuge.
Melkfabriek Balk.
Rinke Roskam. Pakhuisbaas.
Staking hing in de lucht. Plm. 06.00 uur op ’t werk vrijdag en zaterdagmorgen.
Staan in groepjes te praten. Jan de Vries 1e kaasmaker, SDAP. In laboratorium besluiten tot staking. Harmen Schippers.
Melkrijders worden teruggestuurd. Tjeerd Otter, Wijckel, Jouke Gijzen, Nijemirdum, Yke Roelevink, Oudemirdum, Arnold Hylkema, Harich, Herre Roelevink, Westein en Thijs Dijkstra, Ruigahuizen.
Productie hervatten omdat melk een levensmiddel was. Daarna wordt directeur Dijkstra er bij geroepen: Dijkstra is boos; dreigt SD in te roepen. Misschien Dijkstra kwaad dat aan zijn bevoegdheden geknabbeld werd door personeel. Er verschijnen ,,standrecht” zaken op briefjes in het bedrijf.
III. VERKLARING JAAP DE JONG, BALK
1941/1942 Amsterdamse O.D.-organisatie zoekt contact met Friesland: Kapt. J. Meijer (,,De Boer”), kapt. S. Kamping, J.P. Wiersma, S. de Jong (,,Halma”) en Pander (de With”). Regelmatige vergaderingen in Balk en Grouw. O.D.-zender in Amsterdam; plannen voor sabotage en verzetsgroepen. Friesland in districten verdeeld. Cdt. Distr. IV S. de Jong; Meijer Gewestelijk Cdt. Grens distr. IV: Workum, Woudsend, Sneekermeer, Lemmer.
Mei 1942: spionagerapport kamp Sondel. Kamp 1x gemitrailleerd bij luchtaanval. ,,Window” uitgestrooid.
April/Mei ’43: S. de Jong kan zich niet meer openlijk op straat vertonen. In bakfiets naar het meer om luchtje te scheppen.
Aug. ’43: Eerste overval op huis van S. de Jong. Hoving moet de weg wijzen. Waarschuwt van tevoren de echtgenote van bakker Piet de Boer. ‘’ Teatske” : naar bakker Steenbeek; Jaap zwervend; Pier ’t Heidenskip; Siemen: eerst dakraam bij Mous, later bij broer Jacob in Koudum; moeder: thuis. Overval door Feldgendarmerie. Tweede overval: Huis verhuurd aan H. Dijkstra, moeder woont boven de winkel. Jaap vlucht kast in – niet ontdekt (,,Was steckt dahinten?”). Totaal 4 overvallen.
Rintsje de Jong: koerier. Rijdt dagelijks rond met boodschappen en wapens.
Jantsje de Boer idem. Sept’44 OD > NBS.
Dic. IV had 4 droppingsplaatsen. 1e dropping via contacten Pander en capt. MacBeaf (Odoorn); droppingspl. Tussen Oudehaske en Sint Johannesga: wapens en 2 agenten. Telegrafist ,,Kees”. Ondergebracht op Nannewijd / woonbootje. Later ook zender in Tjerkwerd.
Eind ’44 wapeninstructie bij Bokma (Harich) door commando N. De Koning (,,Arij Prins”). Na gebeurtenissen Atteboskje wapens weg bij Bokma en naar loods van aannemer Jan van der Velde. (nu: gemeenteloods). Wapens verstopt in opgeslagen kano’s. Rest van de wapens in een gemaaltje bij Lorbuorren onder Harich.
Maart/April ’45: Actieve sabotage. Pennen, gemaakt door smid de Jong en van der Heide, in Balkster brugdek. Minstens 4 vrachtwagens lekke banden. Brug opgeblazen Galamadammen. Represaille: Restaurant opgeblazen. Munitietrein laten ontsporen bij paal 34 bij Workum. Ontploft na beschieting door jagers. Betonning op Morra in de war gestuurd. Terugtrekkend konvooi van 6 Duitse schepen richting Holland loopt vertraging op.
Apr. ’45: Gevechtsgroep ,,De Watergeuzen” leden Hein Knuck, Joh. van der werf, Thijs Dijkstra, Auke Prins, Hendrik Veldman, Jan van der Heide, Jaap de Jong, Bauke van der Hout, Hendrik Koopmans, Sibbele Hoekstra, Brugt Groenhof en Pier de Jong) . Na de bevrijding gestationeerd in ,,Mooi Gaasterland” als coast-guard. Vier deserterende Duitse militairen vanuit Holland, per rubberboot, gearresteerd bij Jolderenbos. (“Sind sie denn alle Kommunisten?”). Overgeleverd aan Canadezen.
IV. JAN A. DE VRIES, KRAGGENBURG.
(Verzetstrijder. Woonde in Balk en Ruigahuizen)
Reade Rinke: Oorspronkelijk Roordahuizum (veehandelaar). Vader houdt van de fles. Veehandel loopt op niets. Rinke komt te werken bij Brenninkmeijer in Sneek als vertegenwoordiger. Had veel contacten met Jakie de Wilde, joodse slager. Via die contacten zullen Joden ondergedoken raken. Rinke komt bij Jacobus Boomsma in Sondel terecht via Jakie de Wilde. Ties van Hout levert blanco persoonsbewijs aan Rinke. De eerste blanco persoonsbewijzen uit Beverwijk.
J.A. de Vries woonde in Ruigahuizen. 1 april 1941. Hoving komt melden dat padvinderij opgeheven wordt. (de Vries is Hopman). De Vries gaat met Lubbert Dooper en Bauke Boersma de padvindersuitrusting redden vanuit De Volharding naar A. Dooper (Lutswâl). Om 10 uur meldt de Vries zich bij Hoving. ,,Wat moet dit, ik moet toch wat in beslag nemen?!” Bisschoppelijke brief met verbod om lid te worden van Arbeidsfront. Samen met pastoor Wiegers wordt een fonds ,,bijzondere noden” ingesteld. De Vries collecteert. In de winters van 41/42, 42/43 en 43/44 houdt de Vries uitdeling in de sacristie. De uitkering is even hoog als uitkering van het Arbeidsfront.
Mei ’42. Theo Dobbe meldt zich bij de Vries op aanbeveling van pastoor Wiegers. Dobbe zat vaak bij Jo Weerstra, woonboot Abbegaaster Ketting. De bedoeling was om Joden en andere onderduikers onder te brengen en het was de bedoeling een sabotagegroep op te richten. Als er in Sneek wat te doen viel zou groep in Gaasterland werken en omgekeerd. Onderduikers waren al te plaatsen. Duikers (geen Joden) komen via Dobbe. De Vries zoekt plaats. Bonnen kwamen via Jo Weerstra (ook van Dobbe); die leverde aan J. de Vries en Fonger Mous. Ongeveer een jaar loopt dat zo met de bonnenlevering. U. Boonstra uit Joure levert Joden aan Rinke, Jacobus Boomsma en Steegenga.
1942!. Jo Weerstra levert inlegvellen voor het verkrijgen van bonnen (pas in de winter van 44/45 verloopt dat. Contact opgenomen met Duco Hoekstra. Duco wil helpen met 10 inlegvellen. Dobbe vindt dat veel te weinig en wil overval plegen. De Vries houdt tegen te wachten totdat de boekhouding niet meer klopt. In deze tijd krijgt de Vries een revolver van Dobbe. Enige maanden later (’43) krijgt de Vries veel meer inlegvellen (ongeveer 50 stuks). Duco – aardige man – durft dat niet aan. Jisk Beimin – steile ambtenaar – durft dat wèl. Na enige tijd komen er iedere maand 110 inlegvellen voor bonkaarten. Daarna overval op Rijs. Jisk Beimin in alle staten: ,,No krijst safolle bonnen en no dit? Do kinst ferrekke, ik doch neat mear”. De Vries slaagt erin na lang praten Jisk Beimin te overtuigen. De revolver van de Vries speelt een rol bij de overval op het distributietransport. Jo Weerstra had een revolver geleend en aan de groep Reeskamp gegeven. Vóór de overval komt de groep rond Steegenga en die van de Vries bij elkaar op uitnodiging van Jacobus Boomsma en Leo Brinkman. Boomsma vindt dat Gaasterland georganiseerd moet worden.
De Vries levert bonnen aan: 1e. F. Mous. 2e even later aan Bubberman; 3e aan Johannes Weersma →ruzie: want De Vries heeft zich aangesloten bij Steegenga. Bakhuizen wil niks met Steegenga te maken hebben. 4e. Johannes Bult neemt over. Jisk Beimin levert aan de Vries; de Vries levert aan koerier Rintsje Mulder en die brengt ze naar Joh. Bult (Rintsje ook al koerier H. Weersma) .
Vergadering Steegenga begin ‘43
Aanwezig: B.H. Steegenga; J.A. de Vries, Jochem de Ruiter (hoofd landbouwschool), de heren de Vries en Van der Wal (koffieaap), grossiers uit Balk (zij willen wel boekhouden). Ties van Hout (leverde al persoonsbewijzen aan Rinke). Jan Westra haakt af (bang).
De groep vergadert regelmatig 1 x per maand in de directiekamer van de landbouwschool in Balk. De rol van Jochem de Ruiter was zeer beperkt. Was grote zwarthandelaar en gaf alleen vergaderruimte.
De heren de Vries en Van der Wal brachten het meeste bij elkaar geschooide geld binnen.
Takenverdeling:
Joden: de Vries en van der Wal / Rinke de Boer/ Steegenga
Piloten: Moeten naar Tinus Mous in Bakhuizen gebracht worden.
De Vries bracht ook bonnen rond naar particulieren.
Vergadering bij Steegenga komt de Vries 1e keer in aanraking met Boomsma. Via Boomsma komt Rinke de Boer naar de Vries om geld bij elkaar te krijgen. Met z’n tweeën op stap. Rijke boer geeft f. 5,00 maar ze mogen nooit terugkomen. Rinke schrijft aan die boer een brief namens de Geheime Dienst dat hij met f. 5000,00 (€ 2250) op het kleed moet komen anders gaat de boerderij in de fik. Rinke gaat er weer naar toe en de boer betaalt. Geld ging naar Steegenga. Vlak daarna is Boomsma doodgeschoten. De brief hoort bij de gevaarlijke papieren die bij Boomsma liggen maar nog niet verstuurd waren. Rinke duikt onder bij Piersma (ook veehandelaar net als hij van oorsprong.) Steegenga neemt bonnenverdeling en geldzaken over.
Jo Weerstra heeft revolver geleend; komt terug met bericht ,,ding heeft geweigerd”. De Vries gaat in de schuur op een appelkist zitten en het ding uit elkaar halen. Merkt ineens dat er iets achter hem is. (deur 1 meter achter hem). Door de ruit ziet hij de rug van een Duitse officier. Snel pistolen in onderdelen in de appelkist in oude kranten. Duitse off. komt binnen; wil appels kopen. Wil de andere dag nog eens terugkomen om appels te kopen. De Vries zorgt dan dat de appels weg zijn ,,naar veiling”. ,,Du bist ein dummer Kerl. Wir können mit 4 leuten Holland besturen, de rest brengt elkaar wel aan”. Hij had de namiddag ervoor het pistool gezien. Duitser was hoge officier uit Solingen van het V-2 strafbataljon. Hij kwam later nog wel eens om groente.
Aug ’44. Er zou razzia komen van Grünen en Landwacht. Was gehoord via luisterpost uit Leeuwarden. De Vries zat met bonkaarten, revolver en jachtgeweer. Verstopt die zaken in een keldertje in de schuur (volkstuinen). De Vries loopt in spertijd naar de schuur. Achter Eigen Haard is een oud pad. De Vries ziet in het maanlicht iets komen. De Vries gaat liggen en er komt een Duitser aan met mitrailleur. Loopt op 5 meter afstand langs hem heen. Hele patrouille van 6 man loopt langs. Waren bezig met afsluiten van Balk.
Nov. ’44. Johan Paul Stummel, gedeserteerde Duitser uit Amsterdam, ging van Piersma naar de Vries. Van der Wal (koffieaap) komt er mee aan. ,,Als je hem niet vertrouwt, schiet je hem maar dood”. Via Ties van Hout kreeg hij een vals persoonsbewijs onder de naam van Piet Bosma (nu verzetsmuseum). Duitser werkte voor een bloemenzaak en levert bloemen aan SD’er in Amsterdam. Duikt onder en komt via Ynse Pieksma (garagehouder in Amsterdam) bij Piersma in Balk (niet te handhaven). Twee Duitsers in Balk voor zwarte handel. Fietst er achterlangs en roept tegen zwarthandelaar ,,die moet je niet leveren, die is van de SD”. Achtervolging. SD gaat naar dorsmachine en zoekt fanatiek verder. De Vries vloekt Stummel uit – andere jas aan – houtzagen bij de pastoor. De zaag is stomp – naar Bouke Boersma – en op straat is weer de marineman. ,,Piet” vlucht in de schuur van Boersma onder de hanebalken. Boekhouder van de Landstand komt en wil een bruikbare boekhouder hebben.
De Vries zadelt hem met ,,Piet” op. ,,Piet” op ,,Mooi Gaasterland”. Daar komen NSB kinderen uit Amsterdam. Begeleidsters herkennen ,,Piet”. ,,Piet” in paniek. Gooit Postma vliegt volgende morgen de tuin op bij De Vries. ,,Wy kinne neat mear mei ,,Piet”. Hy leit op syn keammerke te oaljen”. ‘Ik wil naar de Vries!’
Als de donder naar de dokter voor een difteritispapier. Uiteindelijk gekregen van dokter Frowein uit Oudemirdum. Difterieplakkaat op de kamer. Nachts wordt Stummel weer bij De Vries voor de deur gedeponeerd. Joop Bakker, de arbeider van De Vries, houdt Stummel dan voor geld en goede woorden tot eind van de oorlog (achter op Harich).
Wapendropping Slotermeer o.l.v. Nets Kramer. Dropping is mislukt. De wapens komen in Oosterzee. Daarna wapens bij Wildschut enz.
Ondergedoken onderofficieren ,,Siemen”/ ,,Jan” en ,,Cor” plegen naar zeggen overval in Tilburg → zegels. Zij hoorden alle drie bij het wapentransport uit Oosterzee. Transport uit Oosterzee. 2 keer lekke band. Krik geleend van Duitsers. Afweergeschut.
± 5 dec 1944. Boterroof t.b.v. Joden (geen spekvet) van een boot door Rinke en de Vries. Zij denken dat het voor de Weermacht is, omdat Zuiveldir. Dijkstra, fout is. Botervaten naar Bokma. Bokma is benauwd omdat er grondige onderzoeken verricht werden. Vaten gaan dan naar ouders van J. de Vries in Ruigahuizen en wordt daar verdeeld. Later blijkt dat de boter voor de zuivelfabriek in Sloten bestemd is. Rinke biedt ook vergoeding aan Popke de Vlugt. Hoefde niet, het was voor goede doel.
Na de oorlog bleek de Officier van Justitie in Leeuwarden er moeilijkheden over te schoppen, want de zuiveldirecteur in Sloten had het aan de verzekering opgegeven
V. VERKLARING J. POST
Bereden artillerie. 1939 gemobiliseerd. 5 Reg. Amersfoort, res. kornet Den Dolder. Stelling in Soesterduinen. Eemlinie.
Kapt. Kwast (res.) gaat manschappen opzoeken in Friesland. ’40 ’41 rechtenstudie – niet ingeschreven als student; via repetitor: kandidaats.
Febr. ’43 weg uit Laren. Veel NSB ’ers in de omgeving. Op bonnefooi naar Feike de Boer, Dijken bij Woudsend. (korporaal/facteur). Meegewerkt op boerderij. Post ging voorn. naar Sneek (voor kapper etc.) Woudsend was niet vertrouwd. Post wordt benaderd door dr. Bonga (Woudsend). ,,Wil jij je aansluiten bij een knokploeg?” Post vraagt bedenktijd → durft niet.
Sept. ’44. Eén van de res. officieren van 5e Regiment haalt Post (er)bij NBS. Post werd naar Echtenerbrug → bij een smid (naam onbekend). Iets verder bij een kruidenier zaten er een paar die commando hadden. Post weet niet wat hij moet doen; de NBS Echtenerbrug ook niet. Na enige weken (?) Post naar Oudemirdum (koerierster brengt hem) bij oudere mensen die rentenierend kruidenier waren (weg Oudemirdum – Rijs).
Tissot van Patôt – ook van hetzelfde Regiment – komt bij Post; Post wordt aan hem toegevoegd. Uiteindelijk komen de commando’s van kapt. Philip Pander (5e Reg.) III 5RA. Post zat toen bij Jelte van der Goot. (Samen met Tissot van Patôt). Wapens van Wijckel naar andere kant Sloten bij een boer.
Tissot en Post hebben ook bij de Wed. Hornstra gewoond.
De Jong vindt dat er te weinig wapens zijn. (Duitsers teveel in beslag genomen). Samen met Pier gaat Post op het allerlaatst met een bootje (Elahuizen) naar Sneek ( dat al bevrijd was). Met een jeep naar de weg naar Bolsward → commandotent. Wapens? Geen denken aan. Rond middernacht weer terug in Balk. De volgende dag was geen Duitser meer in Gaasterland.
Post en Tissot hebben ook gezeten bij Jouke Draaijer (eigr. Tet Alta). Daar zijn in het land wapens verstopt. Het vermoeden is dat de Duitsers daar lucht van hebben. Tissot en Post via een arb. Huisje op Kippenburg → daarna?
Koerierster: Blonde boerendochter uit omg. Eesterga. Gepakt door de Duitsers en doodgemaakt.
Wapeninstructie bij Marten van der Goot door De Koning. Gevechtstraining.
VI. Briefschrijver: Pieter de Jong
Geboren: 23 januari 1905 te Wijckel
Dit is mijn oorlogsverhaal wat ik mij nog herinner (1990)
Ik woonde in Wijckel, Bargebek 199A en met Gereformeerde godsdienst. In 1939 waren we gemobiliseerd. Mijn vrouw moest bevallen en werd door een schoonzuster in huis genomen. (4 oktober 1939 is Freerkje in Wijckel geboren). Ik ben wel thuis geweest toen.
We lagen in Nieuwendam in barakken toen de oorlog uitbrak. We ,,vluchtten” naar Amsterdam. We kwamen in een fabriek met een naaiatelier terecht. Daar werden onze karabijnen afgepakt. We hadden niks meer. We waren krijgsgevangenen. Mijn vrouw is nog met iemand één keer bij ons geweest. Heel even maar.
Toen we van Nieuwendam naar Amsterdam reden zat ik naast mijn vriend die chauffeur was. Hij riep telkens: ,sjit se yn de bealich”! De plaats waar we gevangen zaten lag aan de Amstel, daar liepen steeds mensen langs de kant. Het bleken Joden te zijn, sommigen sprongen in het water, ze verdronken zichzelf.
Toen we naar huis mochten ben ik direct bij de ondergrondse gegaan. Siemen de Jong uit Balk was het hoofd, later heeft Twerda uit Bakhuizen het overgenomen.
Ik ben door Benjamin Steegenga aangezocht om in de illegaliteit te komen door geheime lectuur te verspreiden. Ik heb ongeveer f. 800,00 bijeengebracht voor de illegale pers en ongeveer f. 190,00 voor het B.B.C.-nieuws.
Van Piet de Jong kreeg ik brood- en boterbonnen en die moest ik bij Schippers en Hilverda in Wijckel brengen. Bij Hilverda was een Jood die zich niet aan de regels hield. Hij liep buiten. Daar was ik bang voor. Hendrik Veldman, de timmerman, heeft toen een luik in de vloer gemaakt. Een keer zou ik mij daarin verstoppen, want er kwamen Duitsers bij de buurman. Later bleek dat ze voor paarden kwamen.
Op een keer kwam Piet de Jong bij ons. Hij kwam van Kippenburg door het bos en door de weilanden. Ze zaten achter hem aan. Meester Beukenkamp uit Wijckel (nu woonachtig in Utrecht) heeft hem verder geholpen. We wisten verder niet van elkaar wat we deden.
Ik werkte als botermaker in de fabriek in Balk. Dat was toen een heel goede baan. Ik kon wel eens stiekem iemand aan boter helpen. De boter werd afgenomen door Buisman in Leeuwarden, meer daarover weet ik niet. We hadden de laatste dag nog 50 vaten opslag; de Duitsers pikten ze nog mee. In de kaasmakerij werkte Sjouke Schilstra. Hij moest kaasbrokken fijn maken. Maar Sjouke trekt zijn sokken uit en loopt zo door de brokken. Hij trapt ze fijn, want het was toch voor de Mof!
In het laatst van de oorlog hadden we een keuken in de fabriek. Ik ben een halve dag in Leeuwarden geweest om het te leren en toen was ik kok. Het was meestal stamppot. De aardappels werden geschild door Lolle en Riekus Slippens. Mensen uit Balk en ook wel vreemden kwamen op een vaste tijd eten halen. Het boter maken ging altijd door.
Toen de N.S.B.’ers werden opgepakt zaten ze in het kamp Sondel. Ik was toen ordonnans en moest langs de echtgenotes en familie om een briefje te brengen. Daar stond dan in wat ze hen moesten brengen, o.a. lepel, vork en handdoeken. Sommigen stonden te huilen als ik kwam, maar ik werd ook wel uitgescholden. Een week heb ik dat volgehouden.
N.S.B.-vrouwen werden kaalgeschoren. Bij B. Steegenga stond er één de stoep te schrobben. Er kwam een kaalgeschoren vrouw bij me om een pakje boter. Ze zei dat ze dat voor iemand moest halen. Later kwam mijn broer Rintje de boter terugbrengen. ,,Wat heb je nu uitgehaald?”. Het bleek dat ze stiekem was weggelopen en het voor zichzelf had gehaald. Ze was het zeker gewend te eten. Mijn broer Rintje de Jong deed wel gevaarlijk werk. Hij bracht voor en naar Siemen de Jong papieren. Het ging per fiets van Lemmer – Drachten – Leeuwarden overal naar toe.