Tjalling Huizing

 

Tjalling Huizing, geboren in Sloten op 10 september 1905, sneuvelt op 20 februari 1942 in de “Slag rond Balikpapan”. Deze stad was de zeer belangrijke oliehavenstad op Borneo in Nederlands-Indië.
Zijn ouders waren Hendrik Huizing (1866 Dalen - 1931 Leeuwarden) en Henderika Socilia Paulina Prins (1870 Dantumawoude - 1952 Enschede). Vader Hendrik was als marechaussee werkzaam in Sloten. Bij zijn huwelijk op 7 maart 1899 woonde hij al enkele maanden in Sloten. De kinderen Jeltje (1900); Hendrik (1903) en Tjalling (1905) werden in Sloten geboren. Jan werd 1907 in Hallum geboren en Rome (1911) in Marrum.
Tjalling Huizing werd beroepsmilitair en was Brigadier bij de Infanterie van het KNIL. Hij woonde niet meer in Sloten maar in Nederlands-Indië.
Lou de Jong beschreef in zijn boek “Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Nederlands-Indië” in deel 11-b op blz. bladzijde 827 de vreselijke moordpartijen op deze mannen waar Hendrik Huizing één van was.

Hendrik Huizing werd met 10 anderen in een verzamelgraf begraven in Balikpapan.

“Een paar weken na de verovering van Balikpapan (waarschijnlijk op de 20ste februari) werden alle Europeanen vermoord die de Japanners in handen waren gevallen en die ten tijde van de vernielingen in Balikpapan aanwezig waren geweest. Dat waren de twee ter plaatse gebleven bestuursambtenaren, de inspecteur van politie, een officier van gezondheidSimon Arnoldus Dikstaal (ook vertegenwoordiger van het Rode Kruis), acht patiënten uit het ziekenhuis, een plaatselijke predikant, drie priesters, enkele ingenieurs en een grote groep krijgsgevangenen, bij elkaar acht-en-zeventig personen. Zij werden naar een plaats op het strand gebracht: de twee bestuursambtenaren werden onthoofd; vervolgens werden zesenzeventig anderen tot hun borst de zee ingedreven waar zij één voor één werden doodgeschoten. De oudste van de drie priesters sprak op de Japanners in, trachtte zijn lotgenoten te troosten en zegende hen totdat hem ook zelf een kogel trof. De Japanners lieten de lijken in het water drijven”.

 

 

De bovenste naam J.J. van der Goot zou een Gaasterlandse achtergrond kunnen betekenen. Het bleek dat deze Jan Jacobus van der Goot in Batavia geboren was. Zijn vader en grootvader waren in Amsterdam geboren en zijn overgrootvader Hendrik van der Goot in Nijkerk in 1810.