Wietze Bouma (Monseigneur Vitus) werd op 6 december 1892 in Oudemirdum geboren als zoon van werkman Wietze Bouma (1855) en Aat Bouma-Westendorp (1858). In zijn geboorteakte werd vermeld dat de vader op 7 mei 1892 overleden was. De moeder heeft daarom de zoon naar zijn overleden vader vernoemd. Een maand later op 5 juni 1892 overleed het 6 maanden oude jongetje Jouke Bouma. Na het overlijden van haar man vertrok moeder Aat in 1895 met 3 zonen Johannes, Rein, Wietze en met 2 dochters Jantje en Riemke naar Raalte. Hier had haar broer Petrus Westendorp een boerderij. Moeder Aat overleed op 17 februari 1916 in Raalte.
Op donderdag 19 april 1945 overleed Wietze Bouma in het Japanse interneringskamp Loeboek Lingan in Sumatra. Zijn graf is nooit gevonden. Wietze Bouma woonde daar als Apostolisch prefect van de Congregatie Paters van de H.H. Jezus en Maria. Op 27 januari 1915 was hij geprofest en de priesterwijding was 11 maart 1923. In de voorafgaande periode van zijn vertrek naar Nederlands-Indië verbleef hij in Sint Oedenrode en in het Damianus Gesticht in Grave. Op 26 september 1926 was het vertrek voor de missie naar Banka in Ned. -Indië. Zijn benoeming tot apostolisch prefect was op 29 mei 1928.
Met dank aan het archief RKFriesland in Bolsward is onderstaand bidprentje beschikbaar gesteld voor publicatie.